Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal de première instance de Liège (België) op 19 oktober 2017 – Benoît Sauvage, Kristel Lejeune / Belgische Staat

(Zaak C-602/17)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Tribunal de première instance de Liège

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Benoît Sauvage, Kristel Lejeune

Verwerende partij: Belgische Staat

Prejudiciële vraag

Wanneer artikel 15, § 1, van de tussen België en het Groothertogdom Luxemburg op 17 september 1970 ondertekende overeenkomst tot vermijding van dubbele belasting aldus wordt uitgelegd dat het is toegestaan de heffingsbevoegdheid van de bronstaat voor de bezoldigingen van een in België wonende werknemer die zijn werkzaamheden voor een Luxemburgse werkgever uitoefent, te beperken naar rato van de op het grondgebied van Luxemburg uitgeoefende werkzaamheden, het is toegestaan de woonstaat heffingsbevoegdheid toe te kennen voor het saldo van de bezoldigingen voor de buiten het grondgebied van Luxemburg uitgeoefende werkzaamheden, het vereist is dat de werknemer permanent en dagelijks fysiek aanwezig is op de zetel van zijn werkgever, ook al wordt na een op basis van objectieve en verifieerbare gegevens en met enige soepelheid uitgevoerde rechterlijke toetsing niet betwist dat hij zich geregeld daarnaar begeeft, en van de hoven en rechtbanken wordt verlangd dat zij het bestaan en de omvang van de van dag tot dag in de betrokken Staten uitgeoefende werkzaamheden beoordelen ter bepaling van een percentage van 220 werkdagen, schendt dit artikel dan artikel 45 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, doordat het een fiscale belemmering vormt waardoor grensoverschrijdende werkzaamheden worden ontmoedigd, alsmede het algemene beginsel van rechtszekerheid, doordat het niet voorziet in een onveranderlijke en betrouwbare vrijstellingsregeling voor alle bezoldigingen die zijn verkregen door een inwoner van België in loondienst van een werkgever met daadwerkelijke bestuurszetel in het Groothertogdom Luxemburg, en deze inwoner het risico loopt van dubbele belastingheffing over het geheel of een deel van zijn inkomsten en wordt onderworpen aan een onvoorzienbare regeling zonder enige rechtszekerheid?

____________