Language of document :

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 3 oktober 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof - Duitsland) – BKK Mobil Oil Körperschaft des öffentlichen Rechts/Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs eV

(Zaak C-59/12)1

(Richtlijn 2005/29/EG - Oneerlijke handelspraktijken - Werkingssfeer - Misleidende informatie verspreid door ziekenfonds van wettelijk socialezekerheidsstelsel - Fonds in vorm van publiekrechtelijke instelling)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: BKK Mobil Oil Körperschaft des öffentlichen Rechts

Verwerende partij: Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs eV

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing – Bundesgerichtshof – Uitlegging van artikel 3, lid 1, juncto artikel 2, sub d, van richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad („richtlijn oneerlijke handelspraktijken”) (PB L 149, blz. 22) – Werkingssfeer – Begrippen „handelspraktijken” en „handelaar” – Reclame van een wettelijk ziekenfonds die misleidende informatie verschaft over de nadelen die voor haar leden gepaard gaan met een eventuele overstap naar een ander ziekenfonds

Dictum

Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad („richtlijn oneerlijke handelspraktijken”) moet aldus worden uitgelegd dat een publiekrechtelijke instelling die is belast met een taak van algemeen belang, zoals het beheer van een verplichte ziekteverzekering, binnen de personele werkingssfeer ervan valt.

____________

____________

1 PB C 138 van 12.5.2012.