Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice (Chancery Division) (Verenigd Koninkrijk) op 5 januari 2011 - Daiichi Sankyo Company / Comptroller-General of Patents

(Zaak C-6/11)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

High Court of Justice (Chancery Division)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Daiichi Sankyo Company

Verwerende partij: Comptroller-General of Patents

Prejudiciële vragen

Verordening nr. 469/20091 (hierna: "verordening") erkent naast de andere in de overwegingen vermelde doelstellingen de noodzaak dat houders van nationale of Europese octrooien in elke lidstaat van de Gemeenschap op dezelfde voorwaarden een aanvullend beschermingscertificaat kunnen verkrijgen, zoals in de punten 7 en 8 van de considerans van de verordening is gepreciseerd. Wat dient - bij gebreke van harmonisering op gemeenschapsniveau van het octrooirecht - te worden verstaan onder de bewoordingen van artikel 3, sub a, van deze verordening volgens welke "het product wordt beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi", en op basis van welke criteria dient te worden uitgemaakt of dit het geval is?

Zijn er in een geval zoals het onderhavige, waarin het gaat om een geneesmiddel dat meer dan één werkzame stof bevat, aanvullende of andere criteria om uit te maken of "het product wordt beschermd door een van kracht zijnd basisoctrooi" in de zin van artikel 3, sub a, van de verordening en zo ja, welke zijn deze aanvullende of andere criteria?

Is - opdat voor een in een vergunning voor het in de handel brengen vermelde samenstelling van werkzame stoffen een aanvullend beschermingscertificaat kan worden verleend, en rekening houdend met artikel 4 van de verordening - voldaan aan de voorwaarde dat het product "wordt beschermd door een basisoctrooi" in de zin van de artikelen 1 en 3 van de verordening indien het product volgens het nationale recht inbreuk maakt op het basisoctrooi?

Hangt - opdat voor een in een vergunning voor het in de handel brengen vermelde samenstelling van werkzame stoffen een aanvullend beschermingscertificaat kan worden verleend, en rekening houdend met artikel 4 van de verordening - de vervulling van de voorwaarde dat het product "wordt beschermd door een basisoctrooi" in de zin van de artikelen 1 en 3 van de verordening af van de omstandigheid dat het basisoctrooi één of meer conclusies bevat die specifiek melding maken van een samenstelling van (1) een groep verbindingen waartoe een van de werkzame stoffen van het betrokken product behoort en (2) een groep andere werkzame stoffen die in voorkomend geval niet nader worden genoemd doch waartoe de andere werkzame stof van het betrokken product behoort, of volstaat het dat het basisoctrooi één of meer conclusies bevat (1) waarmee aanspraak wordt gemaakt op een groep verbindingen waartoe een van de werkzame stoffen van het betrokken product behoort en (2) waarin specifieke bewoordingen worden gebruikt waardoor de bescherming krachtens het nationale recht wordt uitgebreid tot andere, niet nader gespecificeerde werkzame stoffen, de andere werkzame stof daaronder begrepen?

____________

1 - Verordening (EG) nr. 469/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen (PB L 152, blz. 1).