Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 22 september 2017– Y.Z. e.a., Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

(Zaak C-557/17)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Raad van State

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekers: Y.Z., Z.Z., Y.Y., Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

Prejudiciële vragen

Moet artikel 16, tweede lid, aanhef en onder a, van richtlijn 2003/86/EG1 van de Raad [...] van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging [...] aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan de intrekking van een in het kader van gezinshereniging verleende verblijfstitel indien aan de verkrijging van die verblijfstitel frauduleuze gegevens ten grondslag liggen, terwijl het gezinslid niet wist van het frauduleuze karakter van die gegevens?

Moet artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van richtlijn 2003/109/EG2 van de Raad [...]van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen [...] aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan de intrekking van de status van langdurig ingezetene indien aan de verkrijging van die status frauduleuze gegevens ten grondslag liggen, terwijl de langdurig ingezetene niet wist van het frauduleuze karakter van die gegevens?

____________

1 PB 2003, L 251, blz. 12.

2 PB 2004, L 16, blz. 44.