Language of document : ECLI:EU:C:2017:884





Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 22 november 2017 –
Kaleychev/Europees Hof voor de Rechten van de Mens

(Zaak C424/17 P)

„Hogere voorziening – Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Onbevoegdheid van het Gerecht van de Europese Unie om kennis te nemen van een beroep tot vernietiging van een beslissing van het Europees Hof voor de rechten van de mens – Hogere voorziening kennelijk niet-ontvankelijk”

1.      Hogere voorziening – Middelen – Ontbreken van vermelding van de gestelde onjuiste rechtsopvatting – Niet-ontvankelijkheid

[Art. 256, lid 1, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 168, lid 1, d), en 169]

(zie punt 10)

2.      Beroep tot nietigverklaring – Bevoegdheid van de Unierechter – Grenzen – Bevoegdheid om de rechtmatigheid te toetsen van handelingen die niet uitgaan van de instellingen, organen of instanties van de Unie – Beslissing van het Europees Hof voor de rechten van de mens – Geen

(Art. 263, eerste alinea, VWEU)

(zie punt 12)

Dictum

1)

De hogere voorziening wordt afgewezen.

2)

Vilislav Andreev Kaleychev draagt zijn eigen kosten.