Language of document :

Beroep ingesteld op 8 oktober 2010 - Europese Commissie / Helleense Republiek

(Zaak C-485/10)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: B. Stromsky en Μ. Κonstantinidis)

Verwerende partij: Helleense Republiek

Conclusies

vaststellen dat de Helleense Republiek, door niet binnen de gestelde termijn alle maatregelen vast te stellen die noodzakelijk zijn ter uitvoering van beschikking E(2008) 3118 van de Commissie van 2 juli 2008 (zoals gerectificeerd bij beschikking van de Commissie van 13 augustus 2008) betreffende de steun die zij heeft verleend aan Ellinika Nafpigeia AE, of althans door de maatregelen die zij overeenkomstig artikel 19 van die beschikking heeft genomen, niet aan de Commissie mee te delen, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar ruisten krachtens de artikelen 2, 3, 5, 6, 8, 9 en 11 tot en met 18 van die beschikking en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

de Helleense Republiek verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Het beroep van de Commissie betreft de niet-uitvoering door de Helleense Republiek van een beschikking van de Commissie inzake onwettige steun aan Ellinika Nafpigeia AE, die moet worden teruggevorderd van het niet-militaire onderdeel van die onderneming.

De Commissie merkt op dat Griekenland de beschikking moest uitvoeren binnen vier maanden na de betekening ervan. De beschikking is op 13 augustus 2008 betekend en de Commissie heeft de termijn voor uitvoering van de beschikking niet verlengd. Formeel gezien is de uitvoeringstermijn dus op 13 december 2008 verstreken.

De Commissie herinnert eraan dat een lidstaat tegen een niet-nakomingsberoep dat de Commissie heeft ingesteld krachtens artikel 108, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie volgens vaste rechtspraak van het Hof als rechtvaardiging enkel kan aanvoeren dat de beschikking onmogelijk correct kan worden uitgevoerd.

In casu hebben de Griekse autoriteiten echter nooit aangevoerd dat uitvoering onmogelijk was. Zij hebben integendeel van meet af aan gesteld dat zij de beschikking zo snel mogelijk wilden uitvoeren. De Commissie merkt echter op dat zij op het tijdstip van instelling van dit beroep nog niets hebben gedaan om de beschikking ook maar ten dele uit te voeren.

Volgens de Commissie heeft Griekenland niet de maatregelen getroffen die nodig zijn ter uitvoering van de beschikking, weze het overeenkomstig de oplossing waarover tussen haar diensten en de bevoegde Griekse instanties is overlegd of op enige andere passende manier.

____________