Language of document :

Beroep ingesteld op 12 mei 2017 – Europese Commissie / Italiaanse Republiek

(Zaak C-251/17)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: E. Manhaeve en L. Cimaglia, gemachtigden)

Verwerende partij: Italiaanse Republiek

Conclusies

vaststellen dat de Italiaanse Republiek de verplichtingen die op haar rusten krachtens artikel 260, lid 1, VWEU niet is nagekomen, doordat zij niet alle maatregelen heeft genomen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het arrest van het Hof van 19 juli 2012 in zaak C-565/10, Commissie/Italië;

de Italiaanse Republiek gelasten een dwangsom van 346 922,40 EUR per dag vertraging in de uitvoering van het arrest in zaak C-565/10 te betalen, minus de eventuele korting die voortvloeit uit de voorgestelde degressiviteitsformule, vanaf de dag van uitspraak van het arrest in de onderhavige zaak tot en met de dag waarop het arrest in zaak C-565/10 is uitgevoerd.

de Italiaanse Republiek gelasten een forfaitair bedrag van 39 113,80 EUR per dag te betalen, met een minimum van 62 699 421,40 EUR, vanaf de dag van uitspraak van het arrest in zaak C-565/10 en tot de dag van uitspraak van het arrest in de onderhavige zaak of tot en met de dag waarop het arrest in zaak C-565/10 is uitgevoerd.

Italiaanse Republiek verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met haar beroep klaagt de Commissie de niet- nakoming aan van het arrest van het Hof van 19 juli 2012 inzake 80 Italiaanse agglomeraties die voorwerp van dat arrest waren.

De Italiaanse Republiek erkent in dat verband dat zij de op haar krachtens artikel 3 van richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater1 rustende verplichtingen betreffende 35 agglomeraties niet is nagekomen. Zij erkent bovendien dat zij de op haar krachtens de artikelen 4 en 10 van die richtlijn rustende verplichtingen betreffende 70 agglomeraties niet is nagekomen.

De Commissie leidt daaruit af dat de Italiaanse Republiek niet alle maatregelen heeft genomen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het arrest van 19 juli 2012.

____________

1 PB L 135, blz. 40.