Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 13 mei 2016 door Panalpina World Transport (Holding) Ltd, Panalpina Management AG, Panalpina China Ltd tegen het arrest van het Gerecht (Negende kamer) van 29 februari 2016 in zaak T-270/12, Panalpina World Transport (Holding) Ltd e.a. / Europese Commissie

(Zaak C-271/16 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwiranten: Panalpina World Transport (Holding) Ltd, Panalpina Management AG, Panalpina China Ltd (vertegenwoordigers: S. Mobley, A. Stratakis, A. Gamble, Solicitors)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

het bestreden arrest vernietigen voor zover daarin het eerste middel van rekwiranten in verband met de inbreuk wordt afgewezen;

artikel 2, lid 2, en artikel 2, lid 3, van het besluit van 28 maart 2012 in de zaak COMP/39462 – Vrachtvervoer („het besluit”) wijzigen voor zover die bepalingen op rekwiranten betrekking hebben, en in de uitoefening van zijn volledige rechtsmacht de aan rekwiranten opgelegde geldboetes verlagen; en

in ieder geval de Commissie verwijzen in haar eigen kosten en in die van rekwiranten in verband met deze procedure en die bij het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

Bij zijn beoordeling of de Commissie niet is afgeweken van haar beslissingspraktijk, het recht niet onjuist heeft toegepast en het evenredigheidsbeginsel en het beginsel van gelijke behandeling niet heeft geschonden, heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door de grenzen van een redelijke waardering van het overgelegde bewijsmateriaal kennelijk te buiten te gaan en de relevante rechtspraak onjuist toe te passen. In het bijzonder voeren rekwiranten de volgende middelen aan:

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door de grenzen te buiten te gaan van een redelijke waardering van het bewijsmateriaal ten aanzien van de vraag of de betrokken inbreuken, met name de inbreuken inzake AMS en CAF, op het gehele „dienstenpakket” voor vrachtvervoer betrekking hadden.

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door geen toepassing te geven aan het in de rechtspraak aanvaarde beginsel dat de Commissie in geval van een inbreuk die enkel betrekking heeft op een onderdeel van een product of dienst enkel rekening mag houden met de aan dat onderdeel toerekenbare verkopen.

____________