Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Appeal (Ierland) op 9 maart 2017 – David Smith / Patrick Meade, Philip Meade, FBD Insurance plc, Ireland, Attorney General

(Zaak C-122/17)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Court of Appeal

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: David Smith

Verwerende partijen: Patrick Meade, Philip Meade, FBD Insurance plc, Ireland, Attorney General

Prejudiciële vragen

In een situatie waarin

(i)    de toepasselijke bepalingen van nationaal recht voorzien in een uitsluiting ter zake van de verplichte motorrijtuigenverzekering ten aanzien van degenen voor wie het motorvoertuig niet is uitgerust met vaste zitplaatsen,

(ii)    de toepasselijke verzekeringspolis bepaalt dat enkel inzittenden op de vast ingebouwde zitplaatsen onder de dekking vallen, en deze polis ten tijde van het ongeval feitelijk een goedgekeurde verzekeringspolis was voor de toepassing van dat nationale recht,

(iii)    de toepasselijke nationale bepalingen die in een dergelijke uitsluiting van die dekking voorzien, in een eerdere uitspraak van het Hof al in strijd zijn geacht met het Unierecht (arrest Farell/Whitty, C-356/05 [EU:C:2007:229]) en, bijgevolg, buiten toepassing moeten blijven, en

(iv)    de bewoordingen van de nationale bepalingen zodanig zijn dat het niet mogelijk is deze in overeenstemming met de vereisten van het Unierecht uit te leggen,

    is de nationale rechter dan, in een geding tussen particuliere partijen en een particuliere verzekeringsmaatschappij inzake een auto-ongeval waarbij een inzittende, die niet op een vast ingebouwde zitplaats zat, in 1999 ernstig letsel heeft opgelopen, in welk geding de nationale rechterlijke instantie, met instemming van de partijen, de particuliere verzekeringsmaatschappij en de Staat als verweerders heeft opgeroepen, wanneer die rechter de toepasselijke bepalingen van nationaal recht buiten toepassing laat, ook verplicht om de in de motorrijtuigenverzekeringspolis opgenomen uitsluitingsclausule buiten toepassing te laten, of anderszins te beletten dat de verzekeraar zich op de uitsluitingsclausule beroept die destijds van kracht was, zodat het slachtoffer met letselschade direct op basis van die polis schadeloosstelling van de verzekeringsmaatschappij had kunnen vorderen? Of zou een dergelijke uitkomst in wezen leiden tot een vorm van horizontale rechtstreekse werking van een richtlijn jegens een particulier, op een wijze die door het Unierecht is verboden?

____________