Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 26 september 2014 door Koinonìa tis Pliroforìas Anichtì stis Idikès Anankes - Isotis tegen het arrest van het Gerecht (Eerste kamer) van 16 juli 2014 in zaak T-59/11, Isotis / Commissie

(Zaak C-450/14 P)

Procestaal: Grieks

Partijen

Rekwirante: Koinonia tis Pliroforias Anoichtì stis Eidikes Anagkes - Isotis (vertegenwoordiger: S. Skliris, dikigoros)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 16 juli 2014, zaak T-59/11, Koinonia tis Pliroforias Anoichti stis Edikes Anagkes - Isotis / Europese Commissie, volledig vernietigen;

het beroep volledig toewijzen;

de vordering in reconventie van de Commissie volledig afwijzen;

de Commissie verwijzen in alle kosten van de hogere voorziening.

Middelen en voornaamste argumenten

1.    Onjuiste toepassing van artikel 1315 van het Belgische burgerlijk wetboek, betreffende de verdeling van de bewijslast

De verwerping van het beroep brengt niet automatisch mee dat de feitelijke grondslag van de vordering in reconventie is bewezen. De Commissie draagt de bewijslast ter zake van haar eigen vordering in reconventie.

2.    Onjuiste motivering ter zake van de wezenlijke grond van de vordering in reconventie

Ontbreken van motivering van de stelling dat er een grond bestaat voor de reconventie van de Commissie

Tegenstrijdige motivering door als enig bewijsmiddel in aanmerking te nemen het auditverslag waaromtrent er betwisting bestond en dat het te bewijzen feit vormde.

3.    Onjuiste rechtsopvatting doordat de internationale auditregels niet zijn toegepast

    Niet-toepassen van de internationale auditbeginselen in strijd met de nationale wettelijke regeling inzake boekhouding en met het gebruik om de omstreden overeenkomsten uit te leggen volgens de gemeenschappelijke bedoeling van de contracterende partijen (artikel 1156, van het Belgisch burgerlijk wetboek) en volgens het beginsel van goede trouw (artikel 1134, derde alinea, van het Belgische burgerlijk wetboek).

4.    Onjuiste uitlegging van het beginsel van equality of arms

Het beginsel van equality of arms tussen partijen valt niet samen met het beginsel van hoor en wederhoor.

5.    Onjuiste uitlegging en toepassing van het beginsel van goeder trouw en schending van de rechten van de verdediging wegens de procestaal.

De juiste uitlegging van het beginsel van goede trouw gebiedt dat de bedingen van de overeenkomst worden uitgelegd overeenkomstig het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het beginsel van eerbiediging van de rechten van de verdediging, dat een fundamenteel beginsel van het Unierecht is.

6.    Onjuiste uitlegging van de bedingen van de omstreden overeenkomsten, onjuiste toepassing van het Griekse recht en niet-inaanmerkingneming van het middel ten gronde

Volgens de artikelen II 19.1 van de FP6-overeenkomsten, artikel II.16 van de e-Ten-overeenkomsten en artikel II 20.1 van de CIP-overeenkomsten kan alleen de boeking van de uitgaven en de inkomsten (receipts) betreffende de verwezenlijking van de omstreden projecten aan een audit worden onderworpen, en is dat niet het geval met andere documenten.

Schending van het in de rechtspraak geformuleerde beginsel van de zelfstandigheid van de boekjaren in het Griekse recht inzake boekhouding en belastingen.

Het Gerecht heeft het door verzoekster in de punten 61 tot en met 64 van het verzoekschrift opgeworpen middel ten gronde niet in aanmerking genomen en niet beoordeeld.

7.    Onjuiste uitlegging van de bewoordingen van de omstreden overeenkomsten, niet-aanmerkingneming van het middel ten gronde en onjuiste opvatting van documenten

Onjuiste uitlegging en toepassing van de clausule „overall statement of accounts”, in strijd met de goede trouw en met het Griekse recht, en van de clausule „receipts”, in strijd de uitdrukkelijke bewoordingen van de overeenkomsten.

Het Gerecht heeft het door verzoekster opgeworpen middel ten gronde inzake de boeking van het voorschot voor het project Access e-Gov vóór het einde van de controle ter plaatse, niet in aanmerking genomen en niet beoordeeld.

Onjuiste opvatting van de bijlagen A3, A6, A9, A11, A14 en A17 bij het verzoekschrift.

8.    Ontoereikende motivering, schending van het op de omstreden overeenkomsten toepasselijke recht en onjuiste opvatting van een document

Ontoereikende motivering (punten 127, 129) en tegenstrijdige motivering (punten 128, 129).

Schending van het beginsel van goede trouw, van de beginselen inzake internationale audit en van de Griekse regeling inzake boekhouding (punt 127).

Onjuiste opvatting van de door de Commissie overgelegde bijlage B101.

9.    Inaanmerkingneming van een niet-opgeworpen middel en niet-inaanmerkingneming van een opgeworpen middel

Het Gerecht heeft een door verzoekster niet opgeworpen middel in aanmerking genomen (punt 165) en heeft het daarmee strijdige middel dat verzoekster had opgeworpen, niet beoordeeld (punten 88, 89 en 91 van het verzoekschrift).