Language of document :

Beroep ingesteld op 8 juli 2011 - Polen / Commissie

(Zaak T-370/11)

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Polen (vertegenwoordiger: M. Szpunar, onderstaatssecretaris)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

besluit 2011/278/EU van de Commissie van 27 april 2011 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad [kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 2772] (PB L 130 van 17.5.2011, blz. 1) volledig nietig te verklaren;

de Commissie in de kosten te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de Republiek Polen de volgende middelen aan:

Eerste middel:

schending van artikel 194, lid 2, tweede alinea, VWEU juncto artikel 192, lid 2, sub c, VWEU doordat geen rekening is gehouden met de verschillen tussen de lidstaten inzake brandstoffen en doordat de productbenchmarks zijn afgeleid door gebruik van de referentie-efficiëntie van aardgas en deze brandstof als referentiebrandstof is gebruikt.

Tweede middel:

schending van het beginsel van gelijke behandeling en van artikel 191, leden 2 en 3, VWEU doordat bij het opstellen van het litigieuze besluit geen rekening is gehouden met de uiteenlopende situaties in de verschillende regio's van de Europese Unie.

Derde middel:

schending van artikel 5, lid 4, VEU (evenredigheidsbeginsel) doordat in het litigieuze besluit de productbenchmarks op een veel restrictievere grondslag zijn vastgesteld dan voor de verwezenlijking van de doelstellingen van richtlijn 2003/87 noodzakelijk is.

Vierde middel:

schending van artikel 10 bis juncto artikel 1 van richtlijn 2003/87, en de Europese Commissie is niet bevoegd om de litigieuze maatregel te nemen.

____________