Language of document :

Beroep ingesteld op 16 september 2016 – Digital Rights Ireland/Commissie

(Zaak T-670/16)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Digital Rights Ireland Ltd (Bennettsbridge, Ierland) (vertegenwoordiger: E. McGarr, solicitor)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het verzoekschrift ontvankelijk verklaren;

verklaren dat de Commissie met haar uitvoeringsverordening (EU) 2016/1250 van 12 juli 2016 overeenkomstig richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de gepastheid van de door het EU-VS-privacyschild geboden bescherming (hierna: „bestreden besluit”) blijk heeft gegeven van een kennelijke beoordelingsfout, voor zover zij daarin tot de conclusie komt dat er in de VS sprake is van een passend beschermingsniveau voor persoonsgegevens in overeenstemming met richtlijn 95/46/EG1 ;

het bestreden besluit van nul en generlei waarde verklaren en het bestreden besluit betreffende de gepastheid van de door het EU-VS-privacyschild geboden bescherming nietig verklaren, en

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekende partij tien middelen aan.

Eerste middel: het bestreden besluit is niet in overeenstemming met artikel 25, lid 6, van richtlijn 95/46, gelezen in het licht van de artikelen 7, 8 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Tweede middel: het bestreden besluit is niet in overeenstemming met artikel 25, lid 6, van richtlijn 95/46, gelezen in het licht van de artikelen 7, 8 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaak Schrems, C-362/14.

Derde middel: de „privacybeginselen” en/of de officiële „verklaringen en toezeggingen” (van de VS) in de bijlagen I en III tot en met VII van het bestreden besluit zijn geen „internationale verbintenissen” in de zin van artikel 25, lid 6, van richtlijn 95/46.

Vierde middel: de bepalingen van de Foreign Intelligence Surveillance Act of 1978 Amendments Act of 2008 (wet van 2008 houdende wijziging van de wet van 1978 inzake het toezicht op buitenlandse inlichtingen, hierna: „FISA Amendments Act of 2008”) vormen wetgeving die algemene toegang door overheidsinstanties tot de inhoud van elektronische communicatie mogelijk maakt, en zijn bijgevolg niet in overeenstemming met artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Vijfde middel: de bepalingen van de FISA Amendments Act of 2008 vormen wetgeving die algemene, geheime toegang door overheidsinstanties tot de inhoud van elektronische communicaties mogelijk maakt, en zijn bijgevolg niet in overeenstemming met artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Zesde middel: door geen volledige uitvoering te geven aan de bepalingen van richtlijn 95/46 (in het bijzonder artikel 28, lid 3), verzekert het bestreden besluit op het eerste gezicht onvoldoende dat de rechten van Unieburgers op grond van het Unierecht volledig worden gewaarborgd wanneer hun gegevens worden doorgegeven aan de Verenigde Staten van Amerika.

Zevende middel: het bestreden besluit is onverenigbaar met de artikelen 7 en 8 en artikel 52, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Achtste middel: voor zover het bestreden besluit onbeperkte toegang tot elektronische communicatie door buitenlandse rechtshandhavingsinstanties toestaat, of subsidiair nalaat of heeft nagelaten hiertegen te beschermen, is het ongeldig, aangezien het een schending betekent van het recht op privacy, van gegevensbescherming, op vrijheid van meningsuiting en op vrijheid van vergadering en vereniging, zoals neergelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en verankerd in de algemene beginselen van Unierecht.

Negende middel: voor zover het bestreden besluit onbeperkte toegang tot elektronische communicatie door buitenlandse rechtshandhavingsinstanties toestaat, of subsidiair nalaat of heeft nagelaten hiertegen te beschermen, en nalaat een passende oplossing te bieden aan Unieburgers tot wier persoonsgegevens aldus toegang wordt verkregen, ontzegt het het individu, in strijd met het Handvest van de grondrechten en met de algemene beginselen van Unierecht, het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en het recht op goed bestuur.

Tiende middel: door geen volledige uitvoering te geven aan de in (in het bijzonder de artikelen 14 en 15 van) richtlijn 95/46 vervatte rechten, verzekert het bestreden besluit op het eerste gezicht onvoldoende dat de rechten van Unieburgers op grond van het Unierecht volledig worden gewaarborgd wanneer hun gegevens worden doorgegeven aan de Verenigde Staten van Amerika.

____________

1 Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB 1995, L 281, blz. 31).