Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 24 mei 2016 – Air Berlin PLC & Co. Luftverkehrs KG / Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände - Verbraucherzentrale Bundesverband e.V.

(Zaak C-290/16)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekster tot „Revision”: Air Berlin PLC & Co. Luftverkehrs KG

Verweerder in „Revision”: Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände - Verbraucherzentrale Bundesverband e.V.

Prejudiciële vragen

1.    Dient artikel 23, lid 1, derde volzin, van verordening nr. 1008/20081 aldus te worden uitgelegd dat luchtvaartmaatschappijen bij de bekendmaking van hun passagierstarieven de daadwerkelijk door hen te betalen bedragen moeten specificeren van de in de onderdelen b), c) en d) genoemde belastingen, luchthavengelden en andere heffingen, toeslagen of vergoedingen, en deze dus niet gedeeltelijk mogen verwerken in de passagierstarieven bedoeld in onderdeel a) van die bepaling?

2.    Dient artikel 22, lid 1, van verordening nr. 1008/2008 aldus te worden uitgelegd dat deze bepaling in de weg staat aan de toepassing van een nationale regeling over het recht inzake algemene voorwaarden die is gebaseerd op het Unierecht en die inhoudt dat klanten die niet zijn verschenen voor hun vlucht of deze hebben geannuleerd, daarvoor geen afzonderlijke administratiekosten in rekening kunnen worden gebracht?

____________

1 Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293, blz. 3).