Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Amtsgericht Kehl (Duitsland) op 21 juni 2016 – Strafzaak tegen C

(Zaak C-346/16)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Amtsgericht Kehl

Partijen in het hoofdgeding

C

Andere partij: Staatsanwaltschaft Offenburg

Prejudiciële vragen

Moeten artikel 67, lid 2, VWEU en de artikelen 20 en 21 van verordening nr. 562/2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen1 (Schengengrenscode; hierna: „Schengengrenscode”) of andere bepalingen van Unierecht aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling waarbij aan de politiediensten van de betrokken lidstaat de bevoegdheid wordt toegekend om, ter voorkoming of bestrijding van de illegale binnenkomst op het grondgebied van deze lidstaat of ter voorkoming van bepaalde strafbare feiten die gericht zijn tegen de veiligheid van de grenzen dan wel tegen de uitvoering van de grensbewaking of die in het kader van de grensoverschrijding worden gepleegd, in het gebied langs de landgrens van deze lidstaat met de staten die partij zijn bij de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985 (Schengenuitvoeringsovereenkomst), tot 30 kilometer landinwaarts zaken te onderzoeken ongeacht het gedrag van degene die deze zaken bij zich heeft en los van het bestaan van bijzondere omstandigheden, een en ander zonder dat overeenkomstig de artikelen 23 en volgende van de Schengengrenscode tijdelijk grenstoezicht werd heringevoerd aan de desbetreffende binnengrens?

Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, moeten artikel 67, lid 2, VWEU en de artikelen 20 en 21 van de Schengengrenscode of andere bepalingen van Unierecht dan aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling of praktijk op grond waarvan een strafrechter van de betrokken lidstaat mag gebruikmaken van bewijsmateriaal ten laste van de verdachte, ofschoon dit bewijsmateriaal is verkregen door een overheidsmaatregel die Unierechtelijke voorschriften schendt?

____________

1 PB 2006, L 105, blz. 1.