Language of document :

Mededeling in het PB

 

Verzoek van High Court of Justice (England and Wales), Queen's Bench Division (Administrative Court) van 12 februari 2003 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen The Queen op verzoek van Dany Bidar en 1) London Borough of Ealing 2) Secretary of State for Education

(Zaak C-209/03)

De High Court of Justice (England and Wales), Queen's Bench Division (Administrative Court), heeft bij beschikking van 12 februari 2003, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 15 mei 2003, in het geding tussen The Queen op verzoek van Dany Bidar en 1) London Borough of Ealing 2) Secretary of State for Education, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:

1.Moet, gelet op de uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in de zaken C-39/86 (Lair/Universität Hannover, Jurispr. 1988, blz. 3161) en C-197/86 (Brown/Secretary of State for Scotland, Jurispr. 1988, blz. 3205) en gezien de ontwikkeling van het recht van de Europese Unie, waaronder de invoering van artikel 18 EG en ontwikkelingen op het gebied van de bevoegdheid van de Europese Unie op onderwijsterrein, steun ter zake van de kosten van levensonderhoud aan studenten die een universitaire opleiding volgen, hetzij in de vorm van (a) gesubsidieerde leningen, hetzij in de vorm van (b) toelagen, voor de toepassing van artikel 12 EG en het verbod van discriminatie op grond van nationaliteit nog steeds worden geacht buiten de werkingssfeer van het EG-Verdrag te vallen?

2.Indien enig onderdeel van de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord en steun ter zake van de kosten van levensonderhoud aan studenten in de vorm van toelagen of leningen niet onder artikel 12 EG valt, aan de hand van welke criteria moet de nationale rechter dan bepalen of de voorwaarden om voor een dergelijke steun in aanmerking te komen, gebaseerd zijn op objectief te rechtvaardigen overwegingen die losstaan van de nationaliteit van degene die om steun verzoekt?

3.Indien enig onderdeel van de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord, kan dan een beroep op artikel 12 EG worden gedaan om aanspraak te kunnen maken op steun ter zake van de kosten van levensonderhoud vanaf een datum gelegen vóór de datum van de uitspraak van het Hof van Justitie in de onderhavige zaak en, zo ja, moet dan een uitzondering worden gemaakt voor degenen die vóór die datum een beroep in rechte hebben ingesteld?

____________