Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Arbeitsgericht München (Duitsland) op 28 maart 2011 - Johann Odar / Baxter Deutschland GmbH

(Zaak C-152/11)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Arbeitsgericht München

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Johann Odar

Verwerende partij: Baxter Deutschland GmbH

Prejudiciële vraag

Wordt het verbod van discriminatie op grond van leeftijd als bedoeld in de artikelen 1 en 16 van richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep1 geschonden door een nationale regeling die bepaalt dat een verschil in behandeling op grond van leeftijd toelaatbaar is wanneer de sociale partners in het kader van een sectoriële regeling inzake sociale zekerheid werknemers hebben uitgesloten van de uitkeringen van het sociaal plan indien die werknemers economisch beschermd zijn omdat zij, in voorkomend geval na ontvangst van werkloosheidsuitkeringen, recht hebben op een pensioen, of is een dergelijk verschil in behandeling ingevolge artikel 6, lid 1, tweede alinea, sub a, van richtlijn 2000/78/EG gerechtvaardigd?

Wordt het verbod van discriminatie op grond van een handicap als bedoeld in de artikelen 1 en 16 van richtlijn 2000/78/EG geschonden door een nationale regeling die bepaalt dat een verschil in behandeling op grond van leeftijd toelaatbaar is wanneer de sociale partners in het kader van een sectoriële regeling inzake sociale zekerheid werknemers hebben uitgesloten van de uitkeringen van het sociaal plan indien die werknemers economisch beschermd zijn omdat zij, in voorkomend geval na ontvangst van werkloosheidsuitkeringen, recht hebben op een pensioen?

Wordt het verbod van discriminatie op grond van leeftijd als bedoeld in de artikelen 1 en 16 van richtlijn 2000/78/EG geschonden door een bepaling van een sectoriële regeling inzake sociale zekerheid die bepaalt dat bij medewerkers die ouder zijn dan 54 jaar en gedwongen worden ontslagen, de vergoeding op een andere wijze wordt berekend, op basis van de vroegst mogelijke pensionering, en dat in vergelijking met de normale berekeningsmethode die in het bijzonder aanknoopt bij het aantal dienstjaren bij de onderneming het laagste bedrag als vergoeding moet worden betaald, maar in elk geval minstens de helft van de normale vergoeding, of is een dergelijk verschil in behandeling gerechtvaardigd ingevolge artikel 6, lid 1, tweede alinea, sub a, van richtlijn 2000/78?

Wordt het verbod van discriminatie op grond van een handicap als bedoeld in de artikelen 1 en 16 van richtlijn 2000/78/EG geschonden door een bepaling van een sectoriële regeling inzake sociale zekerheid die bepaalt dat bij medewerkers die ouder zijn dan 54 jaar en gedwongen worden ontslagen, de vergoeding op een andere wijze wordt berekend, op basis van de vroegst mogelijke pensionering, en dat in vergelijking met de normale berekeningsmethode die in het bijzonder aanknoopt bij het aantal dienstjaren bij de onderneming het laagste bedrag als vergoeding moet worden betaald, maar in elk geval minstens de helft van de normale vergoeding, en bij de andere berekeningswijze wordt uitgegaan van een ouderdomspensioen wegens een handicap?

____________

1 - PB L 303, blz. 16.