Language of document :

Mededeling in het PB

 

Verzoek van het Østre Landsret van 3 augustus 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen H. M. Kofoed en Skatteministerie

(Zaak C-321/05)

(Procestaal: Deens)

Het Østre Landsret heeft bij beschikking van 3 augustus 2004, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 23 augustus 2005, in het geding tussen H. M. Kofoed en Skatteministerie, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vraag:

Moet artikel 2, sub d, van de richtlijn 90/434/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten, aldus worden uitgelegd dat er geen sprake is van een aandelenruil in de zin van de fusierichtlijn, wanneer de deelnemers aan de aandelenruil tegelijk met de overeenkomst over de aandelenruil, zonder daardoor juridisch gehouden te zijn, hun gemeenschappelijk voornemen kenbaar maken om na de ruil op de eerste algemene vergadering van de overnemende vennootschap te stemmen voor uitkering van een winst van meer dan 10 % van de nominale waarde van de effecten die in het kader van de aandelenruil zijn overgedragen, en een dergelijke winst daadwerkelijk wordt uitgekeerd?

____________