Language of document :

Beroep ingesteld op 3 april 2018 – Europese Centrale Bank / Republiek Letland

(Zaak C-238/18)

Procestaal: Lets

Partijen

Verzoekende partij: Europese Centrale Bank (ECB) (vertegenwoordigers: C. Zilioli, C. Kroppenstedt en K. Kaiser, gemachtigden, D. Sarmiento Ramírez-Escudero, abogado)

Verwerende partij: Republiek Letland

Conclusies

De ECB vraagt het Hof om:

de Republiek Letland overeenkomstig artikel 24, eerste alinea, van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie en artikel 62 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof te verzoeken alle relevante informatie te verstrekken over het lopende onderzoek van de Korupcijas novēršanas un apkarošanas birojs (Bureau ter voorkoming en bestrijding van corruptie) naar de president van de Bank van Letland;

vast te stellen, op basis van artikel 14.2 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, dat de Republiek Letland de tweede alinea van die bepaling heeft geschonden:

door de president van de Bank van Letland uit zijn ambt te ontzetten vóór een onafhankelijke rechterlijke instantie, die de zaak ten gronde heeft onderzocht, hem bij arrest heeft veroordeeld, en

voor zover dit wordt bevestigd door de feiten die door de Republiek Letland zijn uiteengezet, zonder dat er sprake is van buitengewone omstandigheden die in casu ontzetting uit het ambt rechtvaardigen;

de Republiek Letland te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

De ECB stelt dat de Republiek Letland inbreuk heeft gemaakt op artikel 14.2, tweede alinea, van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank door de president van de Bank van Letland op grond van een voorlopige, tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel uit zijn ambt te ontzetten, zonder dat hij bij een uitspraak van een onafhankelijke rechter, die de zaak ten gronde heeft onderzocht, is veroordeeld.

____________