Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van beroep te Antwerpen (België) op 4 december 2017 – Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering in de persoon van de Vlaamse Minister van Begroting, Financiën en Energie en Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering in de persoon van de Vlaamse Minister van Omgeving, Natuur en Landbouw tegen Johannes Huijbrechts

(Zaak C-679/17)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Hof van beroep te Antwerpen

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekers: Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering in de persoon van de Vlaamse Minister van Begroting, Financiën en Energie en Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering in de persoon van de Vlaamse Minister van Omgeving, Natuur en Landbouw

Verweerder: Johannes Huijbrechts

Prejudiciële vragen

Vormt een situatie waarbij een erfgenaam een in het buitenland gelegen bosgebied erft, dat op duurzame wijze wordt beheerd, en dat niet van successierechten is vrijgesteld op grond van artikel 55 quater VI. W.Succ. (nu artikel 2.7.6.0.3 VI.C.Fisc.), en dit terwijl een erfgenaam die een in het binnenland gelegen bosgebied erft, dat op duurzame wijze wordt beheerd en dat wel van successierechten op grond van artikel 55 quater VI.W.Succ. (nu artikel 2.7.6.0.3 VI.C.Fisc.) wordt vrijgesteld, een inbreuk op het vrij verkeer van kapitaal zoals bepaald door artikel 63 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie?

Vormt het belang van het Vlaamse bosareaal, zoals aan de orde in de zin van art. 55 quater VI.W.Succ. (nu artikel 2.7.6.0.3 VI.C.Fisc.), een dwingende reden van algemeen belang, die een regeling rechtvaardigt, waarin de toepassing van vrijstelling van successierechten wordt beperkt tot de in Vlaanderen gelegen bosgebieden die op duurzame wijze worden beheerd?

____________