Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van beroep Brussel (België) op 23 februari 2018 – Skype Communications Sàrl / Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT)

(Zaak C-142/18)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Hof van beroep Brussel

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Skype Communications Sàrl

Verwerende partij: Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (BIPT)

Prejudiciële vragen

Moet volgens de definitie van elektronische-communicatiedienst in artikel 2, onder c), van richtlijn 2002/21/EG van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten1 , zoals gewijzigd, een via software aangeboden VoIP-dienst waarbij de oproep via een openbaar geschakeld telefoonnet wordt afgegeven aan een vast of mobiel E.164-nummer van een nationaal nummerplan, worden gekwalificeerd als elektronische-communicatiedienst, ook al vormt de internettoegangsdienst waarmee een gebruiker tot die VoIP-dienst toegang heeft, op zich al een elektronische-communicatiedienst, wanneer de softwareaanbieder die dienst tegen vergoeding aanbiedt en met de aanbieders van telecommunicatiediensten die naar behoren zijn gemachtigd om oproepen naar het openbaar geschakeld telefoonnet over te brengen en af te geven overeenkomsten sluit waardoor de gespreksafgifte naar een vast of mobiel nummer van een nationaal nummerplan mogelijk is?

Ingeval de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, blijft het antwoord dan ongewijzigd als er rekening mee wordt gehouden dat de functie van de software die de spraakoproep mogelijk maakt, slechts een functie van die software is en de software ook zonder die functie kan worden gebruikt?

Ingeval de twee eerste vragen bevestigend worden beantwoord, blijft het antwoord op de eerste vraag dan ongewijzigd als er rekening mee wordt gehouden dat de aanbieder van de dienst in zijn algemene voorwaarden bepaalt dat hij geen aansprakelijkheid jegens de eindklant aanvaardt voor het overbrengen van de signalen?

Ingeval de drie eerste vragen bevestigend worden beantwoord, blijft het antwoord op de eerste vraag dan ongewijzigd als er rekening mee wordt gehouden dat de dienst ook aan de definitie van ’dienst van de informatiemaatschappij’ voldoet?

____________

1     Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn) (PB L 108, blz. 33).