Beschikking van de president van het Gerecht van 5 december 2008 – KODA/Commissie
(Zaak T‑425/08 R)
„Kort geding – Beschikking van Commissie waarbij stopzetting van onderling afgestemde feitelijke gedragingen op gebied van collectief beheer van auteursrechten wordt gelast – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Geen spoedeisendheid”
1. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Fumus boni juris – Spoedeisendheid – Cumulatieve voorwaarden – Volgorde van onderzoek en wijze van toetsing – Beoordelingsvrijheid van rechter in kort geding (Art. 225 EG, 242 EG en 243 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 22‑25)
2. Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Voorlopige maatregelen – Voorwaarden voor toekenning – Spoedeisendheid – Ernstige en onherstelbare schade – Financiële schade – Bewijslast – Ontstaan van schade afhankelijk van toekomstige en onzekere gebeurtenissen (Art. 242 EG en 243 EG; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 104, lid 2) (cf. punten 39‑40, 55-58, 64)
Voorwerp
| Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van artikel 4, leden 2 en 3, van beschikking C(2008) 3435 def. van de Commissie van 16 juli 2008 inzake een procedure op grond van artikel 81 EG en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/C2/38.698 – CISAC) |
Dictum
1) | | Het verzoek in kort geding wordt afgewezen. |
2) | | De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |