Language of document :

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 15 november 2012 - Stichting Al-Aqsa/Raad van de Europese Unie (C-539/10 P), Koninkrijk der Nederlanden/Stichting Al-Aqsa, Raad van de Europese Unie, Europese Commissie (C-550/10 P)

(Gevoegde zaken C-539/10 P en C-550/10 P)

[Hogere voorziening - Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Strijd tegen terrorisme - Beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten - Bevriezing van tegoeden - Gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB - Artikel 1, leden 4 en 6 - Verordening (EG) nr. 2580/2001 - Artikel 2, lid 3 - Plaatsing en handhaving van organisatie op lijst van personen, groepen en entiteiten die betrokken zijn bij terroristische daden - Voorwaarden - Beslissing van bevoegde instantie - Intrekking van nationale maatregel - Beroep tot nietigverklaring - Ontvankelijkheid van hogere voorziening - Recht op eerbiediging van eigendom - Evenredigheidsbeginsel - Artikel 253 EG - Motiveringsplicht]

Procestaal: Nederlands

Partijen

(C-539/10 P)

Rekwirante: Stichting Al-Aqsa (vertegenwoordigers: M. J. G. Uiterwaal en A. M. van Eik, advocaten)

Andere partij in de procedure: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: E. Finnegan, B. Driessen en R. Szostak, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van de Raad van de Europese Unie: Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: C. M. Wissels en M. Bulterman, gemachtigden), Europese Commissie (vertegenwoordigers: S. Boelaert en P. Van Nuffel, gemachtigden)

(C-550/10 P)

Rekwirant: Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: C. M. Wissels en M. Noort, gemachtigden)

Andere partijen in de procedure: Stichting Al-Aqsa (vertegenwoordiger: A. M. van Eik, advocaat), Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: E. Finnegan, B. Driessen en R. Szostak, gemachtigden), Europese Commissie (vertegenwoordigers: S. Boelaert en P. Van Nuffel, gemachtigden)

Voorwerp

Hogere voorzieningen tegen het arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 9 september 2010, Al-Aqsa/Raad (T-348/07), houdende nietigverklaring van besluit 2007/445/EG van de Raad van 28 juni 2007 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme en tot intrekking van de besluiten 2006/379/EG en 2006/1008/EG, besluit 2007/868/EG van de Raad van 20 december 2007 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van verordening nr. 2580/2001 en tot intrekking van besluit 2007/445, besluit 2008/583/EG van de Raad van 15 juli 2008 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van verordening nr. 2580/2001 en tot intrekking van besluit 2007/868, besluit 2009/62/EG van de Raad van 26 januari 2009 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van verordening nr. 2580/2001 en tot intrekking van besluit 2008/583, en verordening (EG) nr. 501/2009 van de Raad van 15 juni 2009 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van verordening nr. 2580/2001 en tot intrekking van besluit 2009/62, voor zover deze handelingen de Stichting Al-Aqsa betreffen

Dictum

Het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 9 september 2010, Al-Aqsa/Raad (T-348/07), wordt vernietigd.

Het beroep van de Stichting Al-Aqsa wordt verworpen en de hogere voorziening van de Stichting Al-Aqsa wordt afgewezen.

De Stichting Al-Aqsa wordt verwezen in haar eigen kosten, in de kosten van het Koninkrijk der Nederlanden en van de Raad van de Europese Unie in verband met de onderhavige hogere voorzieningen, en in de kosten van de Raad in eerste aanleg.

De Europese Commissie draagt als interveniënte voor het Gerecht van de Europese Unie en voor het Hof van Justitie van de Europese Unie haar eigen kosten in verband met beide instanties. Het Koninkrijk der Nederlanden draagt als interveniënt voor het Gerecht zijn eigen kosten in verband met die aanleg.

____________

1 - PB C 46 van 12.2.2011.