Language of document :

Beroep ingesteld op 22 maart 2018 – Commissie/Spanje

(Zaak C-207/18)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: É. Gippini Fournier, G. von Rintelen en J. Samnadda, gemachtigden)

Verwerende partij: Koninkrijk Spanje

Conclusies

vaststellen dat het Koninkrijk Spanje, door niet uiterlijk op 10 april 2016 alle nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen te hebben vastgesteld om te voldoen aan richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het online gebruik ervan op de interne markt1 , of in elk geval door de Commissie niet in kennis te hebben gesteld van dergelijke bepalingen, niet heeft voldaan aan de verplichtingen die op deze lidstaat rusten krachtens artikel 43 van die richtlijn;

het Koninkrijk Spanje overeenkomstig artikel 260, lid 3, VWEU een dwangsom van 123 928,64 EUR per dag opleggen met ingang van de datum van uitspraak van het arrest waarbij wordt vastgesteld dat de verplichting tot vaststelling van de nodige bepalingen om te voldoen aan richtlijn 2014/26, of in elk geval tot mededeling daarvan aan de Commissie, niet is nagekomen;

het Koninkrijk Spanje verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Volgens artikel 43, lid 1, van richtlijn 2014/26 moesten de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vaststellen en bekendmaken om uiterlijk op 10 april 2016 aan deze richtlijn te voldoen, en moesten zij de Commissie daarvan onverwijld in kennis stellen.

Aangezien het Koninkrijk Spanje richtlijn 2014/26 niet volledig heeft omgezet en de bedoelde omzettingsmaatregelen niet ter kennis heeft gebracht van de Commissie, heeft de Commissie het onderhavige beroep ingesteld bij het Hof.

De Commissie stelt voor om het Koninkrijk Spanje te veroordelen tot betaling van een dwangsom van 123 928,64 EUR per dag met ingang van de datum van uitspraak van het arrest. Deze dwangsom is berekend op basis van de ernst en duur van de inbreuk, alsmede op basis van de afschrikkende werking die de dwangsom heeft in verhouding tot de financiële draagkracht van die lidstaat.

____________

1 PB 2014, L 84, blz. 72.