Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Kúria (Hongarije) op 3 november 2017 – Gyula Kiss/CIB Bank Zrt. e.a.

(Zaak C-621/17)

Procestaal: Hongaars

Verwijzende rechter

Kúria

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Gyula Kiss

Verwerende partijen: CIB Bank Zrt., Emil Kiss en Gyuláné Kiss

Prejudiciële vragen

Moet het in de artikelen 4, lid 2, en 5 van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna te noemen: „richtlijn”)1 neergelegde vereiste van duidelijke en begrijpelijke formulering in die zin worden uitgelegd dat een contractueel beding in een met consumenten gesloten leningovereenkomst voldoet aan dat vereiste wanneer hierover niet afzonderlijk is onderhandeld en hierin nauwkeurig het bedrag van de door de consument te dragen kosten, provisie en andere lasten (hierna gezamenlijk te noemen: „kosten”), de wijze waarop zij zijn berekend en het tijdstip waarop zij moeten worden voldaan, zijn vastgesteld, maar niet is gespecificeerd welke concrete diensten worden verricht als tegenprestatie voor die kosten, of moet dit vereiste aldus worden uitgelegd dat de overeenkomst ook moet aangeven welke die specifieke diensten zijn? Volstaat het in dit laatste geval dat de inhoud van de verrichte dienst kan worden afgeleid uit de benaming van de kosten?

Moet artikel 3, lid 1, van de richtlijn aldus worden uitgelegd dat het in casu ten aanzien van de kosten gehanteerde contractuele beding waarbij op basis van de overeenkomst niet ondubbelzinnig kan worden vastgesteld welke concrete diensten in ruil voor de betaling van die kosten worden verricht, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen aanzienlijk verstoort ten nadele van de consument?

____________

1 PB 1993, L 95, blz. 29.