Language of document :

Beroep ingesteld op 13 juni 2018 – Europese Commissie / Republiek Kroatië

(Zaak C-391/18)

Procestaal: Kroatisch

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Mataija, M. Patakia, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Kroatië

Conclusies

vaststellen dat de Republiek Kroatië de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 15, lid 4, juncto artikel 13, lid 1, van richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval (PB 2011, L 199, blz. 48, speciale uitgave in het Kroatisch: hoofdstuk 15, deel 28, blz. 36) door de Commissie niet in kennis te stellen van haar nationaal programma voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval;

de Republiek Kroatië verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Artikel 13, lid 1, van richtlijn 2011/70/Euratom bepaalt dat de lidstaten de Commissie in kennis stellen van hun nationale programma’s voor het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval en van alle belangrijke verdere wijzigingen, terwijl artikel 15, lid 4, van die richtlijn bepaalt dat de lidstaten de Commissie zo spoedig mogelijk en uiterlijk op 23 augustus 2015 een eerste keer in kennis stellen van de inhoud van hun nationale programma.

De Republiek Kroatië heeft het in de bovenstaande bepalingen bedoelde nationale programma nog steeds niet vastgesteld en in ieder geval nog niet aan de Commissie meegedeeld. Bijgevolg is de Republiek Kroatië de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 15, lid 4, juncto artikel 13, lid 1, van richtlijn 2011/70/Euratom.

____________