Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Hof van Cassatie (België) op 18 juni 2018 – Infohos tegen Belgische Staat

(Zaak C-400/18)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Hof van Cassatie

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekster: Infohos

Verweerder: Belgische Staat

Prejudiciële vraag

Moet artikel 13, A, lid 1, f), [van] richtlijn 77/388/EEG1 van 17 mei 1977, thans artikel 132, 1°, f)[, van] richtlijn 2006/112/EG2 van 28 november 2006, zo worden uitgelegd dat het de lidstaten toelaat aan de daarin bepaalde vrijstelling een exclusiviteitsvoorwaarde te verbinden waardoor een zelfstandige groepering die eveneens diensten presteert aan niet-leden, ook voor de diensten verstrekt aan leden integraal onderworpen is aan de btw?

____________

1 Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid- Staten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB 1977, L 145, blz. 1).

2 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).