Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rayonen sad Asenovgrad (Bulgarije) op 19 december 2017 – EVN Bulgaria Toplofiskatsia EAD / Nikolina Stefanova Dimitrova

(Zaak C-708/17)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Rayonen sad Asenovgrad

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: EVN Bulgaria Toplofiskatsia EAD

Verwerende partij: Nikolina Stefanova Dimitrova

Prejudiciële vragen

Staat artikel 13, [lid] 2, van richtlijn 2006/32/EG1 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 in de weg aan de mogelijkheid voor het stadsverwarmingsbedrijf om de vergoeding voor verbruikte warmte-energie, aangeleverd door de installatie van een gebouw in mede-eigendom die op stadsverwarming is aangesloten, in rekening te brengen naar verhouding van de verwarmbare volumes van de koopwoningen volgens de plattegrond van het gebouw, zonder daarbij rekening te houden met de daadwerkelijke hoeveelheid afgegeven warmte-energie in de individuele koopwoningen?

Is een nationale regeling die consumenten die als woningeigenaars in een gebouw aan regels van mede-eigendom onderworpen zijn, ertoe verplicht om de vergoeding voor de niet afgenomen maar door de – op stadsverwarming aangesloten – installatie van het gebouw aangeleverde warmte-energie te betalen, wanneer zij van de benutting van warmte-energie zijn afgestapt door de verwarmingstoestellen in hun woning buiten gebruik te stellen of de verwarmingstoestellen op hun verzoek door werknemers van het stadsverwarmingsbedrijf technisch onklaar te laten maken zodat ze geen warmte meer afgeven, verenigbaar met artikel 27 van richtlijn 2011/83/EU2 ?

Kan een dergelijke nationale regeling worden aangemerkt als een oneerlijke handelspraktijk in de zin van richtlijn 2005/29/EG3 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad?

____________

1 Richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten en houdende intrekking van richtlijn 93/76/EEG van de Raad (Voor de EER relevante tekst) (PB 2006, L 114, blz. 64).

2 Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 85/577/EEG van de Raad en van richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst) (PB 2011, L 304, blz. 64).

3 Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (richtlijn oneerlijke handelspraktijken) (Voor de EER relevante tekst) (PB 2005, L 149, blz. 22).