Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos vyriausiojo administracinio teismas (Litouwen) op 18 december 2017 – „Achema” AB, „Orlen Lietuva” AB, „ Lifosa” AB / Valstybinė kainų ir energetikos kontrolės komisija (VKEKK)

(Zaak C-706/17)

Procestaal: Litouws

Verwijzende rechter

Lietuvos vyriausiojo administracinio teismas

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: „Achema” AB, „Orlen Lietuva” AB, „ Lifosa” AB

Verwerende partij: Valstybinė kainų ir energetikos kontrolės komisija (VKEKK)

Prejudiciële vraag

Moet het wetgevingskader voor het verrichten van diensten van algemeen belang (DAB’s) in de elektriciteitssector en de financiering daarvan (compensatie) (DAB-regeling) – zoals vastgelegd in de Litouwse wet inzake elektriciteit, in de Litouwse wet inzake energie uit hernieuwbare bronnen, in de Litouwse wet inzake de integratie van het elektriciteitssysteem in Europese elektriciteitssystemen, in de Litouwse wet ter uitvoering van de wet tot wijziging en aanvulling van de artikelen 2, 11, 13, 14, 16, 20 en 21 van de wet inzake energie uit hernieuwbare bronnen en in de wettelijke uitvoeringsmaatregelen daarbij, waaronder de procedure voor het verrichten van diensten van algemeen belang in de elektriciteitssector, zoals goedgekeurd bij resolutie nr. 916 van de regering van de Republiek Litouwen van 18 juli 2012, de procedure voor het beheer van gelden voor diensten van algemeen belang in de elektriciteitssector, zoals goedgekeurd bij resolutie nr. 1157 van de regering van de Republiek Litouwen van 19 september 2012, enz. – zoals van kracht in 2014, of een deel daarvan, worden beschouwd als staatssteun (een steunregeling) in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met inbegrip van de volgende vragen:

–    Moet artikel 107, lid 1, VWEU in omstandigheden zoals in onderhavige zaak aldus worden uitgelegd dat DAB-gelden zijn aan te merken als staatsmiddelen?

–    Moet artikel 107, lid 1, VWEU aldus worden uitgelegd dat een geval waarin netwerkexploitanten (ondernemingen) worden verplicht om elektriciteit tegen een vaste prijs (tarief) af te nemen bij elektriciteitsproducenten en/of de elektriciteit te balanceren, en de door netwerkexploitanten geleden verliezen ten gevolge van die verplichting worden vergoed uit gelden die mogelijk zijn aan te merken als staatsmiddelen, niet is aan te merken als steunverlening aan elektriciteitsproducenten met staatsmiddelen?

–    Moet artikel 107, lid 1, VWEU aldus worden uitgelegd dat de volgende vormen van steun in omstandigheden zoals in onderhavige zaak zijn aan te merken als selectieve steun en/of steun die het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig kan beïnvloeden: steun aan een onderneming die een project van strategisch belang ten uitvoer legt, zoals NordBalt; steun aan ondernemingen die zich toeleggen op het waarborgen van de elektriciteitsvoorziening gedurende een bepaalde periode; steun als vergoeding voor verliezen die ten gevolge van de marktsituatie daadwerkelijk door personen worden geleden, zoals de ontwikkelaars van fotovoltaïsche installaties om wie het hier gaat, doordat de Staat weigert zijn verbintenissen na te komen (op grond van wijzigingen in nationale regelgeving); steun aan ondernemingen (netwerkexploitanten) als vergoeding voor reële verliezen die zij hebben geleden door te voldoen aan de verplichting om elektriciteit tegen een vast tarief af te nemen bij elektriciteitsproducenten die diensten van algemeen belang verrichten en om de elektriciteit te balanceren?

–    Moet artikel 107, lid 1, VWEU, zoals toegepast in samenhang met artikel 106, lid 2, VWEU, aldus worden uitgelegd dat de desbetreffende DAB-regeling (of een deel daarvan) in omstandigheden zoals in onderhavige zaakmoet worden geacht te voldoen aan de criteria in de punten 88 tot en met 93 van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 24 juli 2003 in Altmark Trans en Regierungspräsidium Magdeburg (C-280/00)?

–    Moet artikel 107, lid 1, VWEU aldus worden uitgelegd dat in omstandigheden zoals in onderhavige zaak van de DAB-regeling (of een deel daarvan) moet worden aangenomen dat zij de mededinging vervalst of dreigt te vervalsen?

____________