Language of document : ECLI:EU:C:2012:690





Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 8 november 2012 – Commissie/Griekenland

(Zaak C‑528/10)

„Niet-nakoming – Vervoer – Ontwikkeling van spoorwegen in de Gemeenschap – Richtlijn 2001/14/EG – Artikelen 6, leden 2 tot en met 5, en 11 – Spoorweginfrastructuurcapaciteit en heffing van rechten voor gebruik van spoorweginfrastructuur – Toezichthoudende instantie – Niet-uitvoering binnen gestelde termijn”

1.                     Beroep wegens niet-nakoming – Onderzoek van gegrondheid door het Hof – In aanmerking te nemen situatie – Situatie bij verstrijken van in met redenen omkleed advies gestelde termijn (Art. 258 VWEU) (cf. punt 26)

2.                     Vervoer – Spoorwegvervoer – Richtlijn 2001/14 – Uitvoering – Niet-nakoming – Rechtvaardiging op basis van interne orde – Ontoelaatbaarheid (Art. 258 VWEU; richtlijn 2001/14 van het Europees Parlement en de Raad, art. 6, leden 2‑5, 11 en 30, leden 1, 4 en 5) (cf. punten 27‑30)

Voorwerp

Niet-nakoming – Schending van de artikelen 6, leden 2 tot en met 5, en 11 van richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (PB L 75, blz. 29)

Dictum

1)

Door niet binnen de gestelde termijn de nodige maatregelen te hebben getroffen, met name met betrekking tot de vergoedingseenheden voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur bedoeld in de artikelen 6, leden 2 tot en met 5, en 11 van richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering, zoals gewijzigd bij richtlijn 2007/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007, is de Helleense Republiek de krachtens deze artikelen op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

2)

De Helleense Republiek wordt verwezen in de kosten.

3)

De Tsjechische Republiek en de Italiaanse Republiek dragen hun eigen kosten.