Language of document :

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 18 juli 2013 – Fédération internationale de football association (FIFA)/Europese Commissie, Koninkrijk België en Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

(Zaak C-204/11 P)1

(Hogere voorziening – Televisie-uitzendingen – Richtlijn 89/552/EEG – Artikel 3 bis – Maatregelen van het Koninkrijk België betreffende evenementen van aanzienlijk belang voor de samenleving van die lidstaat – Wereldkampioenschap voetbal – Besluit waarbij maatregelen verenigbaar met het Unierecht worden verklaard – Motivering – Artikelen 43 EG en 49 EG – Eigendomsrecht)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirante: Fédération internationale de football association (FIFA) (vertegenwoordigers: A. Barav en D. Reymond, avocats)

Andere partijen in de procedure: Europese Commissie (vertegenwoordigers: E. Montaguti en N. Yerrell als gemachtigden, bijgestaan door M. Gray, barrister), Koninkrijk België (vertegenwoordigers: C. Pochet en J.-C. Halleux als gemachtigden, bijgestaan door A. Joachimowicz en J. Stuyck, advocaten) en Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: S. Ossowski en J. Beeko als gemachtigden, bijgestaan door T. de la Mare, QC)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 17 februari 2011, Fédération internationale de football association (FIFA)/Commissie (T-385/07), houdende verwerping van het beroep tot nietigverklaring van besluit 2007/479/EG van de Commissie van 25 juni 2007, waarbij maatregelen die door België zijn genomen overeenkomstig artikel 3 bis, lid 1, van richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten (PB L 180, blz. 24), verenigbaar met het gemeenschapsrecht zijn verklaard

Dictum

De hogere voorziening wordt afgewezen.

De Fédération internationale de football association (FIFA) wordt verwezen in de kosten.

____________

1 PB C 232 van 6.8.2011.