Language of document : ECLI:EU:C:2012:236

BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN HET HOF

24 april 2012 (*)

„Doorhaling”

In zaak C‑519/11 P,

betreffende een hogere voorziening krachtens artikel 56 van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie, ingesteld op 11 oktober 2011 (faxbericht van 4 oktober 2011),

ThyssenKrupp Liften BV, gevestigd te Krimpen aan den IJssel (Nederland), vertegenwoordigd door O. W. Brouwer, N. Lorjé en N. Al-Ani, advocaten,

rekwirante,

andere partij in de procedure:

Europese Commissie, vertegenwoordigd door R. Sauer en F. Ronkes Agerbeek als gemachtigden, bijgestaan door F. Tuytschaever en F. Wijckmans, advocaten, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,

verweerster in eerste aanleg,

geeft

DE PRESIDENT VAN HET HOF,

advocaat-generaal J. Kokott gehoord,

de navolgende

Beschikking

1        Bij brief, neergelegd ter griffie van het Hof op 27 maart 2012 (faxbericht van 21 maart), heeft ThyssenKrupp Liften BV het Hof overeenkomstig artikel 78 van het Reglement voor de procesvoering meegedeeld dat zij afstand doet van haar hogere voorziening.

2        Bij brief, neergelegd ter griffie van het Hof op 10 april 2012 (faxbericht van 6 april), heeft de Commissie het Hof meegedeeld dat zij geen opmerkingen heeft over de afstand van hogere voorziening, maar dat zij verzoekt om ThyssenKrupp Liften BV te verwijzen in de kosten.

3        Op grond van artikel 69, lid 5, juncto artikel 122, derde alinea, van het Reglement voor de procesvoering dient ThyssenKrupp Liften NV te worden verwezen in de kosten.

De president van het Hof beschikt:

1)      Zaak C‑519/11 P wordt doorgehaald in het register van het Hof.

2)      ThyssenKrupp Liften BV wordt verwezen in de kosten.

Luxemburg, 24 april 2012.

De griffier

 

      De president

A. Calot Escobar

 

      V. Skouris


* Procestaal: Nederlands.