Language of document :

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 12 december 2006 [verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice (Chancery Division) - Verenigd Koninkrijk] - Test Claimants in Class IV of the ACT Group Litigation / Commissioners of Inland Revenue

(Zaak C-374/04)1

(Vrijheid van vestiging - Vrij verkeer van kapitaal - Vennootschapsbelasting - Uitkering van dividend - Belastingkrediet - Verschillende behandeling van ingezeten en niet-ingezeten aandeelhouders - Bilaterale verdragen ter voorkoming van dubbele belasting)

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

High Court of Justice (Chancery Division)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Test Claimants in Class IV of the ACT Group Litigation

Verwerende partij: Commissioners of Inland Revenue

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing - High Court of Justice (Chancery Division) - Nationale wettelijke regeling inzake vennootschapsbelasting - Bronheffing ("advance corporation tax") met betrekking tot dividenduitkeringen door een dochteronderneming aan een moedermaatschappij - Belastingkrediet ("tax credit") dat is bestemd om rekening met de voorheffing te houden - Verlening van belastingkrediet beperkt tot ingezetenen en tot ingezetenen van bepaalde andere lidstaten waarmee een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting is gesloten dat een bepaling daartoe bevat - Aansprakelijkheid van lidstaat voor schending van het gemeenschapsrecht - Vorm van schadevergoeding

Dictum

De artikelen 43 EG en 56 EG verzetten zich niet ertegen dat een lidstaat, in geval van uitkering van een dividend door een in die staat gevestigde vennootschap, aan vennootschappen die dit dividend ontvangen en eveneens in deze staat zijn gevestigd, een belastingkrediet toekent dat overeenkomt met het gedeelte van de door de uitkerende vennootschap over de uitgekeerde winst betaalde belasting, maar geen belastingkrediet toekent aan in een andere lidstaat gevestigde ontvangende vennootschappen die in deze eerste staat niet aan belasting onderworpen zijn voor dit dividend.

De artikelen 43 EG en 56 EG verzetten zich niet ertegen dat een lidstaat het recht op een belastingkrediet waarin een met een andere lidstaat gesloten verdrag ter voorkoming van dubbele belasting voorziet voor in deze laatste staat gevestigde vennootschappen die dividend ontvangen van een in de eerste staat gevestigde vennootschap, niet uitbreidt tot vennootschappen die zijn gevestigd in een derde staat waarmee hij een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten dat niet in een dergelijk recht voorziet voor vennootschappen die in deze derde staat zijn gevestigd.

____________

1 - PB C 273 van 6.11.2004.