Language of document :

Arrest van het Gerecht van 1 juli 2010 - AstraZeneca / Commissie

(Zaak T-321/05)1

("Mededinging - Misbruik van machtspositie - Markt voor geneesmiddelen tegen maagzweren - Beschikking tot vaststelling van inbreuk op artikel 82 EG - Bepaling van markt - Aanzienlijke concurrentiedruk - Misbruik van procedures voor verlenen van aanvullende beschermingscertificaten voor geneesmiddelen en van vergunningprocedures voor in handel brengen van geneesmiddelen - Misleidende verklaringen - Uitschrijving van vergunningen voor op markt brengen - Hindernissen voor in handel brengen van generieke geneesmiddelen en voor parallelinvoer - Geldboeten")

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: AstraZeneca AB (Södertälje, Zweden) en AstraZeneca plc (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Brealey, QC, M. Hoskins, D. Jowell, barristers, F. Murphy, G. Sproul, I. MacCallum en C. Brown, solicitors, vervolgens M. Brealey, M. Hoskins, D. Jowell, F. Murphy en C. Brown, en ten slotte M. Brealey, M. Hoskins, D. Jowell en F. Murphy)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk F. Castillo de la Torre, É. Gippini Fournier en A. Whelan, vervolgens F. Castillo de la Torre, É. Gippini Fournier en J. Bourke, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verzoekende partijen: European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations (EFPIA) (Genève, Zwitserland) (vertegenwoordiger: M. Van Kerckhove, advocaat)

Voorwerp

Verzoek om nietigverklaring van beschikking C(2005) 1757 def. van de Commissie van 15 juni 2005 inzake een procedure op grond van artikel 82 [EG] en artikel 54 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/A.37.507/F3 - AstraZeneca)

Dictum

Artikel 1, lid 2, van beschikking C(2005) 1757 def. van de Commissie van 15 juni 2005 inzake een procedure op grond van artikel 82 [EG] en artikel 54 van de EER-Overeenkomst (zaak COMP/A.37.507/F3 - AstraZeneca) wordt nietig verklaard voor zover daarin is vastgesteld dat AstraZeneca AB en AstraZeneca plc artikel 82 EG en artikel 54 van de EER-Overeenkomst hebben geschonden door te verzoeken om uitschrijving van de vergunningen voor het in de handel brengen van Losec-capsules in Denemarken en Noorwegen en tegelijkertijd in deze twee landen deze capsules van de markt te halen en Losec MUPS-tabletten te lanceren, en voor zover is vastgesteld dat deze handelingen de parallelinvoer van Losec-caspules in deze landen konden beperken.

De bij artikel 2 van deze beschikking gezamenlijk en hoofdelijk aan AstraZeneca AB en AstraZeneca plc opgelegde geldboete wordt vastgesteld op 40 250 000 EUR en de bij dit artikel aan AstraZeneca AB opgelegde geldboete wordt vastgesteld op 12 250 000 EUR.

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

AstraZeneca AB en AstraZeneca plc dragen 90 % van hun eigen kosten en 90 % van de kosten van de Europese Commissie, met uitzondering van de kosten die deze laatste naar aanleiding van de interventie van de European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations (EFPIA) heeft gemaakt.

EFPIA draagt haar eigen kosten.

De Commissie draagt de eigen kosten die zij naar aanleiding van de interventie van EFPIA heeft gemaakt, alsook 10 % van haar overige eigen kosten en 10 % van de kosten van AstraZeneca AB en AstraZeneca plc.

____________

1 - PB C 271 van 29.10.2005.