Language of document :

Beroep ingesteld op 17 september 2010 - Vivendi/Commissie

(Zaak T-432/10)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Vivendi (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordigers: M. Struys, O. Fréget en J.-Y. Ollier, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 2 juli 2010 in zaak COMP/C-1/39.653 − Vivendi & Iliad/France Télécom, waarbij de Europese Commissie de door Vivendi krachtens artikel 7 van verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad op 2 maart 2009 ingediende klacht over met artikel 102 VWEU strijdig geachte praktijken van France Télécom heeft afgewezen, en

verwijzing van de Commissie in de door verzoekster voor het Gerecht gemaakte kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster vordert nietigverklaring van beschikking C(2010) 4730 van de Commissie van 2 juli 2010 houdende afwijzing, wegens het ontbreken van belang voor de Gemeenschap, van de klacht die verzoekster tegen France Télécom heeft ingediend met betrekking tot een gesteld met artikel 102 VWEU strijdig misbruik van een machtspositie op de Franse breedband- en telefoonabonnementmarkt, waarbij France Télécom volgens verzoekster bij de prijzen voor groothandelsdiensten structureel discrimineerde ten voordele van haar kleinhandelafdeling en te hoge vaste tarieven voor toegang tot het aansluitnet handhaafde.

Ter onderbouwing van haar beroep voert verzoekster een aantal middelen aan, waaronder:

onjuiste rechtsopvattingen, kennelijke beoordelingsfouten en schending van de zorgvuldigheidsplicht bij het onderzoek van de gelaakte, voor de werking van de interne markt schadelijke, praktijken, aangezien de Commissie enkel i) heeft gekeken naar het gemiddelde niveau van de prijzen van de breedbandaanbiedingen op de kleinhandelsmarkten, zonder zich af te vragen of dat prijsniveau daadwerkelijk geschikt was om de gelaakte praktijken aan te tonen, en ii) op subjectieve wijze heeft geoordeeld dat de levering van telefoonabonnementsdiensten achterhaald is;

ontoereikende motivering, onjuiste opvattingen rechtens en feitelijk en kennelijke beoordelingsfouten, voor zover de Commissie tot de conclusie is gekomen dat de mogelijkheid om het bestaan van een inbreuk aan te tonen, zeer gering was, nu de Commissie:

heeft nagelaten te onderzoeken of de werkelijke verkoopprijzen discriminerend zijn gelet op de werkelijk verrichte prestaties en ten onrechte heeft gesteld dat het inleidende onderzoek geen aanwijzingen en bewijzen heeft opgeleverd;

zich op het standpunt heeft gesteld dat de door France Télécom gebruikte berekeningsmethode ter bepaling van haar tarieven voor toegang tot het aansluitnet door de Autorité de régulation des communications électroniques et des postes (ARCEP) is gevalideerd, en dat het feit dat France Télécom onjuiste informatie aan ARCEP heeft meegedeeld zonder dat is getracht die te corrigeren, niet ter zake doet gelet op de gebruikte methode;

een verkeerde voorstelling heeft gegeven van het doel van de door verzoekster overgelegde tests inzake uitsluitingsgedrag, dat erin bestond de gevolgen van de gelaakte praktijken aan te tonen;

schending van de waarborgen die op het gebied van misbruik van machtspositie gelden voor het onderzoek van klachten en voor besluiten om een klacht niet verder te behandelen, doordat verzoekster i) niet onmiddellijk toegang tot de schrifturen van de tegenpartij en tot het dossier heeft gekregen, en ii) onvoldoende tijd heeft gehad om haar opmerkingen over die documenten in te dienen.

____________