Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Vestre Landsret (Denemarken) op 2 februari 2018 – Skatteministeriet / KPC Herning

(Zaak C-71/18)

Procestaal: Deens

Verwijzende rechter

Vestre Landsret

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Skatteministeriet

Verwerende partij: KPC Herning

Prejudiciële vraag

Is het met artikel 135, lid 1, onder j) – cf. artikel 12, lid 1, onder a), en lid 2 – gelezen in samenhang met artikel 135, lid 1, onder k) – cf. artikel 12, lid 1, onder b), en lid 3 – van de btw-richtlijn1 verenigbaar dat een lidstaat, in omstandigheden als die in het hoofdgeding, de levering van een terrein waarop op het tijdstip van de levering een gebouw staat, als een aan belasting over de toegevoegde waarde (btw) onderworpen verkoop van een bouwterrein beschouwt, wanneer het de bedoeling van de partijen is dat het gebouw geheel of gedeeltelijk wordt gesloopt om plaats te maken voor een nieuw gebouw?

____________

1 Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).