Arrest van het Hof (Grote kamer) van 22 januari 2013 - Europese Commissie / Tomkins plc
(Zaak C-286/11 P)
(Hogere voorziening - Mededinging - Mededingingsregelingen - Europese markt voor koperen fittingen en fittingen uit koperlegering - Aansprakelijkheid van moedermaatschappij die uitsluitend uit inbreukmakend gedrag van haar dochteronderneming voortvloeit - Beginsel ne ultra petita - Gevolg voor rechtspositie van moedermaatschappij van nietigverklaring uitgesproken bij arrest betreffende dochteronderneming)
Procestaal: Engels
Partijen
Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: F. Castillo de la Torre, V. Bottka en R. Sauer, gemachtigden)
Andere partij in de procedure: Tomkins plc (vertegenwoordigers: K. Bacon, barrister, S. Jordan, solicitor)
Voorwerp
Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 24 maart 2011, Tomkins/Commissie (T-382/06), waarbij gedeeltelijk nietig is verklaard beschikking 2007/691/EG van de Commissie van 20 september 2006 betreffende een procedure op grond van artikel 81 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (Zaak COMP/F/38.121 - Fittingen) [Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 4180], met betrekking tot een mededingingsregeling tot vaststelling van de prijzen en de bedragen aan kortingen en rabatten, invoering van coördinatiemechanismen voor prijsverhogingen, verdeling van klanten en uitwisseling van commerciële informatie, op de Europese markt voor fittingen uit koper, met name uit koperlegering (PB L 283, blz. 63), en waarbij de aan Tomkins plc opgelegde geldboete is verlaagd
Dictum
De hogere voorziening wordt afgewezen.
De Europese Commissie wordt verwezen in de kosten.
____________1 - PB C 238 van 13.8.2011.