Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Centrale Raad van Beroep (Nederland) op 31 oktober 2016 – J. Klein Schiphorst tegen Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
(Zaak C-551/16)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Centrale Raad van Beroep
Partijen in het hoofdgeding
Verzoeker: J. Klein Schiphorst
Verweerder: Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Prejudiciële vragen
Mag de in artikel 64, eerste lid, aanhef en onder c, van verordening (EG) nr. 883/20041 gegeven bevoegdheid, gelet op de artikelen 63 en 7 van verordening nr. 883/2004, doel en strekking van verordening nr. 883/2004 en het vrij verkeer van personen en werknemers, aldus worden toegepast dat een verzoek om verlenging van de export van een werkloosheidsuitkering in beginsel wordt geweigerd, tenzij naar het oordeel van het Uwv [Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen] gegeven de bijzondere omstandigheden van het concrete geval, bijvoorbeeld in het geval dat er een concreet en aantoonbaar uitzicht is op werk, in redelijkheid niet tot weigering van exportverlenging kan worden besloten?
Zo nee, hoe dienen lidstaten de in artikel 64, eerste lid, aanhef en onder c, van verordening nr. 883/2004 gegeven bevoegdheid wel toe te passen?
____________1 Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB 2004, L 166, blz. 1).