Language of document :

Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 23 januari 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale di Milano - Italië) – Nintendo Co. Ltd e.a. / PC Box Srl, 9Net Srl

(Zaak C-355/12)1

(Richtlijn 2001/29/EG – Auteursrecht en naburige rechten in informatiemaatschappij – Begrip „technische voorzieningen” – Beschermingsinrichting – Apparaat en beschermde aanvullende producten – Van andere ondernemingen afkomstige vergelijkbare aanvullende inrichtingen, producten of onderdelen – Uitsluiting van elke interoperabiliteit ertussen – Reikwijdte van deze technische voorzieningen – Relevantie)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale di Milano

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Nintendo Co. Ltd, Nintendo of America Inc., Nintendo of Europe GmbH

Verwerende partijen: PC Box Srl, 9Net Srl

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing – Tribunale ordinario di Milano – Uitlegging van artikel 6 van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167, blz. 10) juncto punt 48 van de considerans van deze richtlijn – Begrip „technische voorzieningen” – Beschermingsinrichting waardoor elke vorm van interoperabiliteit wordt uitgesloten tussen, enerzijds, het apparaat en de beschermde aanvullende producten en, anderzijds, vergelijkbare aanvullende apparaten en producten die niet afkomstig zijn van de fabrikant of door de fabrikant geautoriseerde ondernemingen – Relevantie van de bestemming die door de fabrikant aan deze technische voorzieningen is toegekend

Dictum

Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij moet aldus worden uitgelegd dat het begrip „doeltreffende technische voorziening” in de zin van artikel 6, lid 3, van deze richtlijn technische voorzieningen kan omvatten waarbij met name niet alleen de drager met het beschermde werk, zoals de videogame, van een herkenningscode wordt voorzien om het tegen door de houder van het auteursrecht niet toegestane handelingen te beschermen, maar ook draagbare apparaten of spelcomputers waarmee toegang tot deze games wordt verkregen en ze kunnen worden gebruikt.

Het staat aan de nationale rechter om na te gaan of andere voorzieningen of niet op spelcomputers geïnstalleerde voorzieningen mogelijk leiden tot een geringere mate van verstoring of beperking van de activiteiten van derden, en tegelijk de rechten van de houder op een vergelijkbare manier beschermen. Daartoe is het relevant om met name rekening te houden met de kosten van de verschillende soorten technische voorzieningen, de technische en praktische aspecten bij de toepassing ervan en de vergelijking van de doeltreffendheid van deze verschillende soorten technische voorzieningen wat de bescherming van de rechten van de houder betreft, met dien verstande dat die doeltreffendheid niet absoluut hoeft te zijn. Het staat tevens aan de verwijzende rechter om het doel te beoordelen van de inrichtingen, producten of onderdelen waarmee die technische voorzieningen kunnen worden omzeild. Dienaangaande zal het bewijs van het gebruik dat derden daarvan daadwerkelijk maken, in het licht van de omstandigheden van het geval, bijzonder relevant zijn. De nationale rechter kan met name onderzoeken hoe vaak deze inrichtingen, producten of onderdelen feitelijk worden gebruikt in strijd met het auteursrecht en hoe vaak zij worden gebruikt voor doeleinden die geen inbreuk maken op dit recht.

____________

1 PB C 295 van 29.9.2012.