Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Curtea de Apel Bucureşti (Roemenië) op 21 juli 2016 – Compania Naţională de Autostrăzi și Drumuri Naţionale din România SA / Ministerul Fondurilor Europene - Direcţia Generală Managementul Fondurilor Externe

(Zaak C-408/16)

Procestaal: Roemeens

Verwijzende rechter

Curtea de Apel Bucureşti

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Compania Naţională de Autostrăzi și Drumuri Naţionale din România SA

Verwerende partij: Ministerul Fondurilor Europene - Direcţia Generală Managementul Fondurilor Externe

Prejudiciële vragen

Moet artikel 15, onder c), van richtlijn 2004/181 aldus worden uitgelegd dat het een lidstaat toestaat deze richtlijn, na zijn toetreding tot de Europese Unie, niet toe te passen, wanneer hij een financieringsovereenkomst met de Europese Investeringsbank heeft gesloten, die is ondertekend vóór de toetreding van deze lidstaat en op grond waarvan de te aanbesteden overheidsopdrachten aan specifieke vereisten moeten voldoen die door de kredietverstrekker zijn opgelegd en die – zoals in casu – restrictiever zijn dan de ingevolge deze richtlijn toegestane vereisten?

Moet richtlijn 2004/18 aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staat aan een nationaalrechtelijke bestuurlijke handeling als OUG. nr. 72/2007 (noodverordening van de regering nr. 72/2007), die voorziet in de toepassing van de bepalingen van de Gids voor de aanbesteding van overheidsopdrachten van de Europese Investeringsbank, in afwijking van de bepalingen van de regeling tot omzetting van de richtlijn in nationaal recht, zijnde in casu OUG. nr. 34/2006, om de redenen die in de memorie van toelichting zijn uiteengezet, teneinde de vóór de toetreding gesloten financieringsovereenkomst na te leven?

Is een dergelijke overheidsopdracht, die wordt geplaatst overeenkomstig de Gids voor de aanbesteding van overheidsopdrachten van de Europese Investeringsbank en het nationale recht, in licht van artikel 9, lid 5, en artikel 60, onder a), van verordening nr. 1083/20062 verenigbaar met het Unierecht en komt zij in aanmerking voor een niet-terugbetaalbare Europese subsidie, die retroactief is toegekend?

Indien de vorige vraag ontkennend wordt beantwoord en ingeval een dergelijke overheidsopdracht niettemin rechtmatig wordt verklaard op het moment van de controle van de selectievoorwaarden van de Programului operațional sectorial „Transport” 2007-2013 (Sectoraal operationeel programma „Vervoer” 2007-2013), vormt een dergelijke veronderstelde schending van het Unierecht inzake overheidsopdrachten (vaststelling van bepaalde preselectiecriteria voor de inschrijvers die vergelijkbaar zijn met die van de Gids voor de aanbesteding van overheidsopdrachten van de Europese Investeringsbank, welke restrictiever zijn dan die van richtlijn 2004/18 – zoals gedetailleerd beschreven in de punten 12 tot en met 14 van de onderhavige verwijzingsbeslissing) een „onregelmatigheid” als bedoeld in artikel 2, lid 7, van verordening nr. 1083/2006, die voor de betrokken lidstaat de verplichting met zich meebrengt om een financiële correctie/procentuele vermindering krachtens artikel 98, lid 2, van die verordening toe te passen?

____________

1 Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB 2004, L 134, blz. 114).

2 Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB 2006, L 210, blz. 25).