Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 21 december 2016 door Lysoform Dr. Hans Rosemann GmbH en Ecolab Deutschland GmbH tegen de beschikking van het Gerecht (Vijfde kamer) van 12 oktober 2016 in zaak T-669/15, Lysoform Dr. Hans Rosemann GmbH en Ecolab Deutschland GmbH / Europees Agentschap voor chemische stoffen

(Zaak C-663/16 P)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirantes: Lysoform Dr. Hans Rosemann GmbH, Ecolab Deutschland GmbH (vertegenwoordigers: M. Grunchard, K. Van Maldegem en P. Sellar, advocaten)

Andere partij in de procedure: Europees Agentschap voor chemische stoffen

Conclusies

vernietigen van de beschikking van het Gerecht in zaak T-669/15, en

uitspraak doen over de ontvankelijkheid en de zaak terugverwijzen naar het Gerecht voor afdoening ten gronde;

subsidiair, de zaak terugverwijzen naar het Gerecht om uitspraak te doen over de ontvankelijkheid van rekwirantes’ verzoek tot nietigverklaring van de bestreden handeling en, voor zover nodig, de zaak daarna ten gronde af te doen, en

verwerende partij verwijzen in de kosten van deze procedures (met inbegrip van de kosten die verband houden met de exceptie van niet-ontvankelijkheid voor het Gerecht).

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirantes voeren aan dat het Gerecht het recht verkeerd heeft uitgelegd en toegepast, waardoor het blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door rekwirantes’ vordering tot nietigverklaring van de bestreden handeling niet-ontvankelijk te verklaren.

Rekwirantes betogen met name dat het Gerecht blijk heeft gegeven van een aantal fouten in zijn motivering en in zijn uitlegging van de wettelijke bepalingen zoals van toepassing op de situatie van rekwirantes. Hierdoor heeft het Gerecht blijk gegeven van de volgende onjuiste rechtsopvattingen:

het Gerecht heeft artikel 130, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht onjuist uitgelegd en toegepast door in te gaan op de grond van de zaak, en

het Gerecht heeft artikel 130, lid 7, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht onjuist uitgelegd en toegepast door niet te wachten met een uitspraak over de niet-ontvankelijkheid tot het kennis had genomen van een volledige uiteenzetting van de argumenten met betrekking tot de inhoud van de zaak.

Door rekwirantes’ vordering niet-ontvankelijk te verklaren, heeft het Gerecht voorts rekwirantes’ rechten van de verdediging, hun recht van toegang tot de rechter en de motiveringsplicht geschonden, welke behoren tot individuele grondrechten en derhalve algemene beginselen van Unierecht uitdrukken.

Bijgevolg vorderen rekwirantes dat de beschikking van het Gerecht in zaak T-669/15 wordt vernietigd en dat het Hof een beslissing neemt over de ontvankelijkheid en de zaak terugverwijst naar het Gerecht voor afdoening ten gronde.

____________