Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) op 16 juni 2016 – Landeskrankenanstalten-Betriebsgesellschaft - KABEG / Mutuelles du Mans Assurances IARD SA (MMA IARD)
(Zaak C-340/16)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Oberste Gerichtshof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Landeskrankenanstalten-Betriebsgesellschaft - KABEG
Verwerende partij: Mutuelles du Mans assurances IARD SA (MMA IARD)
Prejudiciële vragen
Gaat het bij de vordering van een binnenlandse werkgever tot vergoeding van de door de loondoorbetaling aan zijn in het eigen land woonachtige werknemers op hem verschoven schade om een vordering in „verzekeringszaken” in de zin van artikel 8 van verordening (EG) nr. 44/20011 , wanneer
a) de werknemer bij een verkeersongeval in een lidstaat (Italië) gewond is geraakt,
b) de vordering is gericht tegen de verzekeraar van de wettelijke aansprakelijkheid die in een andere lidstaat (Frankrijk) is gevestigd,
c) de werkgever een publiekrechtelijke instelling met eigen rechtspersoonlijkheid is?
Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord:
Dient artikel 9, lid 1, onder b), juncto artikel 11, lid 2, van verordening (EG) nr. 44/2011 aldus te worden uitgelegd, dat de werkgever die het loon doorbetaalt als „getroffene” de wettelijke-aansprakelijkheidsverzekeraar van het schadeveroorzakende voertuig kan oproepen voor het gerecht van de plaats waar de werkgever is gevestigd, voor zover een dergelijke rechtstreekse vordering mogelijk is?
____________1 Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 12, blz. 1).