Language of document : ECLI:EU:C:2006:45

Zaak C‑330/03

Colegio de Ingenieros de Caminos, Canales y Puertos

tegen

Administración del Estado

(verzoek van het Tribunal Supremo om een prejudiciële beslissing)

„Vrij verkeer van werknemers – Erkenning van diploma’s – Richtlijn 89/48/EEG – Beroep van ingenieur – Gedeeltelijke en beperkte erkenning van beroepskwalificaties – Artikelen 39 EG en 43 EG”

Samenvatting van het arrest

1.        Vrij verkeer van personen – Vrijheid van vestiging – Werknemers – Erkenning van hogeronderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten – Richtlijn 89/48

(Richtlijn 89/48 van de Raad)

2.        Vrij verkeer van personen – Vrijheid van vestiging – Werknemers – Erkenning van hogeronderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten – Richtlijn 89/48

(Art. 39 EG en 43 EG; richtlijn 89/48 van de Raad, art. 4, lid 1)

1.        Richtlijn 89/48 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hogeronderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten, verzet zich niet ertegen dat, wanneer de houder van een in een lidstaat behaald diploma een aanvraag indient om te worden toegelaten tot een gereglementeerd beroep in een andere lidstaat, de autoriteiten van laatstgenoemde staat deze aanvraag op verzoek van de houder van het diploma gedeeltelijk inwilligen door de reikwijdte van de toestemming te beperken tot de activiteiten waarvoor het genoemde diploma toegang verleent in de lidstaat waar het werd behaald.

(cf. punt 26, dictum 1)

2.        De artikelen 39 EG en 43 EG verzetten zich niet ertegen dat, wanneer de houder van een in een lidstaat behaald diploma een aanvraag indient om te worden toegelaten tot een gereglementeerd beroep in een andere lidstaat, deze lidstaat geen gedeeltelijke toegang tot dit beroep verleent, die is beperkt tot de uitoefening van één of meer activiteiten die dit beroep omvat, voorzover de lacunes die de opleiding van de betrokkene vertoont ten opzichte van de in de ontvangende lidstaat vereiste opleiding, daadwerkelijk kunnen worden opgevuld door de toepassing van de compensatiemaatregelen die werden vastgesteld in artikel 4, lid 1, van richtlijn 89/48 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hogeronderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten.

Daarentegen verzetten de artikelen 39 EG en 43 EG zich ertegen dat de genoemde lidstaat deze gedeeltelijke toegang niet verleent wanneer de betrokkene hierom verzoekt, en de verschillen tussen de activiteitengebieden zo groot zijn dat er in werkelijkheid een volledige opleiding zou moeten worden gevolgd, tenzij de weigering van deze gedeeltelijke toegang wordt gerechtvaardigd door dwingende redenen van algemeen belang die geschikt zijn om de verwezenlijking van het nagestreefde doel te waarborgen en niet verder gaan dan nodig is voor het bereiken van het doel.

(cf. punten 27, 39, dictum 2)