Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Østre Landsret (Denemarken) op 2 mei 2017 – Erdem Deha Altiner en Isabel Hanna Ravn / Udlændingestyrelsen

(Zaak C-230/17)

Procestaal: Deens

Verwijzende rechter

Østre Landsret

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Erdem Deha Altiner en Isabel Hanna Ravn

Verwerende partij: Udlændingestyrelsen

Prejudiciële vraag

Verzet artikel 21 VWEU, gelezen in samenhang met de verblijfsrichtlijn1 , zich ertegen dat een lidstaat een afgeleid verblijfsrecht ontzegt aan een derdelander die een familielid is van een Unieburger die de nationaliteit van die lidstaat bezit en daarheen is teruggekeerd na zijn recht van vrij verkeer te hebben uitgeoefend, wanneer de binnenkomst van het familielid of de indiening van zijn verzoek om toekenning van een verblijfsrecht geen natuurlijk vervolg is op de terugkeer van de Unieburger?

____________

1 Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB 2004, L 158, blz. 77).