Language of document :

Beroep ingesteld op 27 december 2010 - Thesing en Bloomberg Finance / ECB

(Zaak T-590/10)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Gabi Thesing en Bloomberg Finance LP (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: M. H. Stephens en R. C. Lands, Solicitors)

Verwerende partij: Europese Centrale Bank

Conclusies

nietig verklaren het bij brieven van 17 september 2010 en 21 oktober 2010 meegedeelde besluit van de Europese Centrale Bank houdende weigering om verzoeksters toegang tot de gevraagde documenten te verlenen;

de Europese Centrale Bank gelasten, verzoeksters overeenkomstig het besluit van de Europese Centrale Bank van 4 maart 2004 inzake de toegang van het publiek tot documenten van de Europese Centrale Bank (ECB/2004/3)1 toegang tot die documenten te verlenen; en

de ECB verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Bij het onderhavige beroep vorderen verzoeksters krachtens artikel 263 VWEU nietigverklaring van een bij brieven van 17 september 2010 en 21 oktober 2010 meegedeeld besluit van de Europese Centrale Bank houdende weigering om verzoeksters op grond van het besluit van de Europese Centrale Bank van 4 maart 2004 inzake de toegang van het publiek tot documenten van de Europese Centrale Bank (ECB/2004/3) toegang te verlenen tot de volgende documenten:

een nota met als titel The impact on government deficit and debt from off-market swaps. The Greek case (SEC/GovC/X/10/88a);

een nota met als titel The Titlos transaction and possible existence of similar transactions impacting on the euro area government debt or deficit levels (SEC/GovC/X/10/88b).

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters de volgende middelen aan:

Verzoeksters stellen allereerst dat de Europese Centrale Bank artikel 4, lid 1, sub a, van het besluit van de Europese Centrale Bank van 4 maart 2004 (ECB/2004/3), dat voorziet in een uitzondering op het door artikel 2 van dat besluit verleende algemene recht van toegang, onjuist heeft uitgelegd en/of toegepast, doordat

zij artikel 4, lid 1, sub a, niet aldus heeft uitgelegd dat ook rekening dient te worden gehouden met elementen van algemeen belang die voor openbaarmaking pleiten;

zij aan de elementen van algemeen belang die voor openbaarmaking van de gevraagde documenten pleiten, niet het nodige of passende belang heeft gehecht;

zij het openbaar belang dat tegen openbaarmaking van de gevraagde documenten pleit, heeft overdreven en/of verkeerd heeft opgevat.

Verder stellen verzoeksters dat de Europese Centrale Bank artikel 4, lid 2, van het besluit van de Europese Centrale Bank van 4 maart 2004 (ECB/2004/3), dat voorziet in een uitzondering op het door artikel 2 van dat besluit verleende algemene recht van toegang, onjuist heeft uitgelegd en/of toegepast, doordat

(i)    zij een "hoger" openbaar belang had moeten opvatten als een openbaar belang dat zwaarder weegt dan het openbaar belang bij handhaving van de uitzondering;

(ii)    zij had moeten concluderen dat een hoger openbaar belang in deze zin openbaarmaking van de gevraagde gegevens gebood.

Ten slotte stellen verzoeksters dat de Europese Centrale Bank artikel 4, lid 3, van het besluit van de Europese Centrale Bank van 4 maart 2004 (ECB/2004/3), dat voorziet in een uitzondering op het door artikel 2 van dat besluit verleende algemene recht van toegang, onjuist heeft uitgelegd en/of toegepast, doordat

(i)    zij een "hoger" openbaar belang had moeten opvatten als een openbaar belang dat zwaarder weegt dan het openbaar belang bij handhaving van de uitzondering;

(ii)    zij had moeten concluderen dat een hoger openbaar belang in deze zin openbaarmaking van de gevraagde gegevens gebood;

(iii)    zij het openbaar belang dat tegen openbaarmaking van de gevraagde documenten pleit, heeft overdreven en/of verkeerd heeft opgevat.

____________

1 - Besluit van de Europese Centrale Bank van 4 maart 2004 inzake de toegang van het publiek tot documenten van de Europese Centrale Bank (ECB/2004/3) (PB L 80, blz. 42).