Language of document : ECLI:EU:C:2011:279

Zaak C‑543/09

Deutsche Telekom AG

tegen

Bundesrepublik Deutschland

(verzoek van het Bundesverwaltungsgericht om een prejudiciële beslissing)

„Elektronische communicatie – Richtlijn 2002/22/EG – Artikel 25, lid 2 – Richtlijn 2002/58/EG – Artikel 12 – Verstrekking van telefooninlichtingendiensten en telefoongidsen – Verplichting voor onderneming die telefoonnummers toekent, om gegevens van abonnees van derde ondernemingen waarover zij beschikt, door te geven aan andere ondernemingen”

Samenvatting van het arrest

1.        Harmonisatie van wetgevingen – Telecommunicatiesector – Elektronischecommunicatienetwerken en -diensten – Universele dienst en gebruikersrechten – Richtlijn 2002/22

(Richtlijn 2002/22 van het Europees Parlement en de Raad, art. 5, lid 1, en 25, lid 2)

2.        Harmonisatie van wetgevingen – Telecommunicatiesector – Verwerking van persoonsgegevens en bescherming van persoonlijke levenssfeer in sector elektronische communicatie – Richtlijn 2002/58

(Richtlijn 2002/58 van het Europees Parlement en de Raad, punt 39 van de considerans en art. 12)

1.        Artikel 25, lid 2, van richtlijn 2002/22 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronischecommunicatienetwerken en ‑diensten moet aldus worden uitgelegd dat het niet in de weg staat aan een nationale regeling die ondernemingen die eindgebruikers telefoonnummers toekennen, de verplichting oplegt om ondernemingen die openbare telefooninlichtingendiensten en telefoongidsen verstrekken, niet alleen de gegevens van hun eigen abonnees, maar ook de gegevens van abonnees van derde ondernemingen waarover zij beschikken, ter beschikking te stellen.

In de eerste plaats maakt artikel 25, lid 2, van richtlijn 2002/22 deel uit van hoofdstuk IV van deze richtlijn, dat de belangen en de rechten van de eindgebruikers betreft. Deze richtlijn voorziet niet in volledige harmonisatie van de aspecten van consumentenbescherming.

In de tweede plaats heeft artikel 25, lid 2, tot doel ervoor te zorgen dat de krachtens artikel 5, lid 1, van deze richtlijn op de lidstaten rustende verplichting om ervoor te zorgen dat ten minste één volledige telefoongids en ten minste één volledige telefooninlichtingendienst beschikbaar zijn voor de eindgebruikers, wordt nagekomen. Aangezien het gaat om een minimumvoorwaarde die de lidstaten moeten naleven, mogen zij in beginsel verdergaande bepalingen vaststellen om de toetreding van nieuwe deelnemers tot de markt voor openbare telefooninlichtingendiensten en telefoongidsen te vergemakkelijken.

(cf. punten 41‑42, 47, dictum 1)

2.        Artikel 12 van richtlijn 2002/58 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie moet aldus worden uitgelegd dat het niet in de weg staat aan een nationale regeling die een onderneming die openbare telefoongidsen publiceert, de verplichting oplegt om persoonsgegevens van abonnees van andere telefoondienstaanbieders waarover zij beschikt, door te geven aan een derde onderneming die een gedrukte of elektronische openbare telefoongids publiceert of ervoor zorgt dat deze gidsen via inlichtingendiensten toegankelijk zijn, zonder dat daarvoor een nieuwe toestemming van de abonnees noodzakelijk is, op voorwaarde dat de abonnees vóór de eerste opneming van hun gegevens in een openbare telefoongids op de hoogte zijn gebracht van het doel van deze gids en van het feit dat deze gegevens kunnen worden meegedeeld aan een andere telefoondienstaanbieder, en dat wordt gewaarborgd dat deze gegevens na het doorgeven ervan niet zullen worden gebruikt voor andere doeleinden dan die waarvoor zij met het oog op de eerste publicatie ervan zijn verzameld.

De in artikel 12, lid 2, bedoelde toestemming van de abonnee heeft betrekking op het doel van de publicatie van de persoonsgegevens in een openbare telefoongids en niet op de identiteit van een telefoongidsaanbieder in het bijzonder, zodat de abonnee niet over een selectief beslissingsrecht beschikt ten gunste van bepaalde aanbieders van openbare telefooninlichtingendiensten en telefoongidsen. Het is de publicatie zelf van persoonsgegevens in een telefoongids die een bijzondere doelstelling heeft die schadelijk kan blijken te zijn voor een abonnee. Wanneer de abonnee heeft toegestemd in de publicatie van zijn gegevens in een telefoongids die een bijzondere doelstelling heeft, zal hij er dan ook over het algemeen geen belang bij hebben zich te verzetten tegen de publicatie van dezelfde gegevens in een andere vergelijkbare telefoongids. Bovendien volgt ook uit punt 39 van de considerans van deze richtlijn dat een nieuwe toestemming van de abonnee moet worden verkregen indien de partij die deze gegevens van de abonnee heeft verzameld of een derde aan wie de gegevens zijn doorgezonden, de gegevens voor een ander doel wenst te gebruiken.

(cf. punten 61‑62, 64‑65, 67, dictum 2)