Arrest van het Hof (Derde kamer) van 10 maart 2016 – HeidelbergCement AG/Europese Commissie
(Zaak C-247/14 P)1
[Hogere voorziening – Mededinging – Markt voor „cement en aanverwante producten” – Administratieve procedure – Verordening (EG) nr. 1/2003 – Artikel 18, leden 1 en 3 – Besluit houdende een verzoek om inlichtingen – Motivering – Nauwkeurigheid van het verzoek]
Procestaal: Duits
Partijen
Rekwirante: HeidelbergCement AG (vertegenwoordigers: U. Denzel, C. von Köckritz en P. Pichler, Rechtsanwälte)
Andere partij in de procedure: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Kellerbauer, L. Malferrari en R. Sauer, gemachtigden)
Dictum
Het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 14 maart 2014, HeidelbergCement/Commissie (T-302/11, EU:T:2014:128), wordt vernietigd.
Besluit C(2011) 2361 definitief van de Commissie van 30 maart 2011 inzake een procedure op grond van artikel 18, lid 3, van verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (zaak COMP/39520 – Cement en aanverwante producten) wordt nietig verklaard.
De Europese Commissie wordt verwezen in haar eigen kosten alsook in die van HeidelbergCement AG in eerste aanleg in zaak T-302/11 en in de onderhavige hogere voorziening.
____________1 PB C 223 van 14.7.2014.