Language of document :

Arrest van het Gerecht van 17 februari 2017 – ASPLA en Armando Álvarez / Europese Commissie

(Zaak T-40/15)1

(„Niet-contractuele aansprakelijkheid – Nauwkeurigheid van het verzoekschrift – Verjaring – Ontvankelijkheid – Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten – Redelijke procestermijn – Materiële schade – Rente over het niet-voldane bedrag van de geldboete – Kosten van een bankgarantie – Causaal verband”)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partijen: Plásticos Españoles, SA (ASPLA) (Torrelavega, Spanje) en Armando Álvarez, SA (Madrid, Spanje) (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Troncoso Ferrer, C. Ruixó Claramunt en S. Moya Izquierdo, vervolgens M. Troncoso Ferrer en S. Moya Izquierdo, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie, vertegenwoordigd door het Hof van Justitie van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk A. Placco, vervolgens J. Inghelram, Á. Almendros Manzano en P. Giusta, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: P. van Nuffel, F. Castilla Contreras en C. Urraca Caviedes, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 268 VWEU strekkende tot vergoeding van de schade die verzoeksters stellen te hebben geleden als gevolg van de duur van de procedure voor het Gerecht in het kader van de zaken die hebben geleid tot de arresten van 16 november 2011, ASPLA/Commissie (T-76/06, niet gepubliceerd, EU:T:2011:672) en Álvarez/Commissie (T-78/06, niet gepubliceerd, EU:T:2011:673)

Dictum

De Europese Unie, vertegenwoordigd door het Hof van Justitie van de Europese Unie, wordt veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van 44 951,24 EUR aan Plásticos Españoles, SA (ASPLA) en een schadevergoeding van 111 042,48 EUR aan Armando Álvarez, SA voor de materiële schade die deze vennootschappen hebben geleden wegens schending van de redelijke procestermijn in de zaken die hebben geleid tot de arresten van 16 november 2011, ASPLA/Commissie (T-76/06, niet gepubliceerd, EU:T:2011:672) en Álvarez/Commissie (T-78/06, niet gepubliceerd, EU:T:2011:673). Op deze bedragen wordt compensatoire rente toegepast, te rekenen vanaf 27 januari 2015 tot de datum van uitspraak van het onderhavige arrest, tegen het door Eurostat (bureau voor de statistiek van de Europese Unie) voor de betrokken periode in de lidstaat van vestiging van voornoemde vennootschappen vastgestelde jaarlijkse inflatiepercentage.

Elk van de in punt 1) bedoelde vergoedingen zal worden vermeerderd met vertragingsrente vanaf de uitspraak van het onderhavige arrest tot aan de volledige voldoening ervan, tegen de rentevoet die de Europese Centrale Bank (ECB) voor zijn basisherfinancieringsoperaties heeft vastgesteld, vermeerderd met twee procentpunten.

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

ASPLA en Armando Álvarez, enerzijds, en de Unie, vertegenwoordigd door het Hof van Justitie van de Europese Unie, anderzijds, dragen hun eigen kosten.

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten.

____________

1     PB C 89 van 16.3.2015.