Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Stato (Italië) op 23 mei 2018 – Lombardi Srl/Comune di Auletta e.a.

(Zaak C-333/18)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Consiglio di Stato

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Lombardi Srl

Verwerende partijen: Comune di Auletta, Delta Lavori SpA, Msm Ingegneria Srl

Prejudiciële vraag

Moet artikel 1, lid 1, derde alinea, en lid 3, van richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken1 , zoals gewijzigd bij richtlijn 2007/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 20072 , aldus worden uitgelegd dat die bepaling toestaat dat, wanneer meerdere ondernemingen aan de aanbestedingsprocedure hebben deelgenomen en deze niet in rechte zijn betrokken (en hoe dan ook tegen de inschrijvingen van sommige van die ondernemingen geen beroep is ingesteld), het op grond van de procedurele autonomie van de lidstaten aan de rechter staat om te bepalen of het belang dat in het principale beroep is aangevoerd door de inschrijver tegen wie een toewijsbaar geacht exclusief incidenteel beroep is ingesteld, concreet is, waarbij de rechter gebruik maakt van de procedurele instrumenten die ter beschikking staan van de rechtsorde en wel aldus dat er een evenwicht ontstaat tussen de bescherming van de genoemde subjectieve positie van partijen en de gevestigde nationale beginselen op het gebied van de door partijen gestelde eisen [art. 112 c.p.c. (codice di procedura civile: wetboek van burgerlijke rechtsvordering)] en het bewijs van het gestelde belang [art. 2697 cc (codice civile: burgerlijk wetboek)], die de subjectieve grenzen vormen van de uitspraak, welke uitsluitend geldt tussen de procespartijen en niet van toepassing kan zijn op de positie van partijen die niet in de procedure betrokken zijn (art. 2909 cc)?

____________

1     PB 1989, L 395, blz. 33.

2     Richtlijn 2007/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 tot wijziging van de richtlijnen 89/665/EEG en 92/13/EEG van de Raad met betrekking tot de verhoging van de doeltreffendheid van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten (PB 2007, L 335, blz. 31).