Arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 12 april 2013 –
SIAE/Commissie
(Zaak T‑433/08)
„Mededinging – Mededingingsregelingen – Auteursrechten betreffende openbare uitvoering van muziekwerken via internet, satelliet en kabel – Beschikking houdende vaststelling van inbreuk op artikel 81 EG – Verdeling van geografische markt – Bilaterale overeenkomsten tussen nationale auteursrechtenorganisaties – Onderling afgestemd feitelijk gedrag waarbij mogelijkheid van verlenen van multiterritoriale licenties en multirepertoirelicenties wordt uitgesloten – Bewijs – Vermoeden van onschuld”
1. Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Voorwaarden in verband met ondertekenaar – Hoedanigheid van derde ten opzichte van partijen – Vennootschap vertegenwoordigd door advocaten die bij haar in dienstbetrekking zijn – Niet-naleving van vereiste van onafhankelijkheid (Statuut van het Hof van Justitie, art. 19, derde en vierde alinea) (cf. punten 57‑59)
2. Mededinging – Administratieve procedure – Beschikking van de Commissie waarbij inbreuk wordt vastgesteld – Bewijs van inbreuk, te leveren door de Commissie – Omvang van bewijslast (Art. 81, lid 1, EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 73, 120)
3. Recht van de Unie – Beginselen – Grondrechten – Vermoeden van onschuld – Mededingingsprocedure – Beschikking waarbij inbreuk wordt vastgesteld maar geen geldboete wordt opgelegd – Toepasselijkheid (Art. 81, lid 1, EG; art. 6, lid 2, EU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 48, lid 1) (cf. punten 74‑78)
4. Mededinging – Administratieve procedure – Beschikking van de Commissie waarbij inbreuk wordt vastgesteld – Wijze van bewijslevering – Bundel aanwijzingen – Vereiste mate van bewijskracht van individueel beschouwde aanwijzingen – Bewijzen uitsluitend op basis van gedraging van ondernemingen – Bewijslast van ondernemingen die bestaan van inbreuk betwisten – Verplichtingen van de Commissie bij betwisting van aannemelijkheid van door ondernemingen voorgestelde verklaring (Art. 81, lid 1, EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 2) (cf. punten 79‑84, 143)
5. Mededingingsregelingen – Verbod – Mededingingsregelingen die effect blijven sorteren na formele beëindiging ervan – Toepassing van artikel 81 EG (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punt 105)
6. Mededingingsregelingen – Onderling afgestemde feitelijke gedragingen – Parallelle gedraging – Vermoeden van onderlinge afstemming – Grenzen – Weigering van nationale auteursrechtenorganisaties om in andere lidstaat gevestigde gebruiker rechtstreeks toegang tot hun repertoire te verlenen – Aantasting van mededinging (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punt 119)
7. Beroep tot nietigverklaring – Rechterlijke toetsing – Grenzen van geding (Art. 230 EG) (cf. punt 165)
Voorwerp
| Verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van beschikking C(2008) 3435 definitief van de Commissie van 16 juli 2008 betreffende een procedure op grond van artikel 81 [EG] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (Zaak COMP/C2/38.698 – CISAC) |
Dictum
1) | | Artikel 3 van beschikking C(2008) 3435 definitief van de Commissie van 16 juli 2008 betreffende een procedure op grond van artikel 81 [EG] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (Zaak COMP/C2/38.698 – CISAC) wordt nietig verklaard voor zover het betrekking heeft op Società italiana degli autori ed editori (SIAE). |
2) | | Artikel 4, lid 2, van deze beschikking wordt nietig verklaard voor zover het betrekking heeft op SIAE. |
3) | | Het beroep wordt verworpen voor het overige. |
4) | | De Europese Commissie wordt verwezen in de kosten van de procedure in de hoofdzaak. |
5) | | SIAE en de Commissie zullen elk hun eigen kosten betreffende de procedure in kort geding dragen. |