Language of document : ECLI:EU:C:2013:463





Arrest van het Hof (Derde kamer) van 11 juli 2013 –
Gosselin Group/Commissie

(Zaak C‑429/11 P)

„Hogere voorziening – Mededinging – Mededingingsregelingen – Artikel 81 EG en artikel 53 EER-Overeenkomst – Markt van internationale verhuisdiensten in België – Rechtstreekse en indirecte vaststelling van prijzen, verdeling van markt en manipulatie van procedures van indiening van offertes – Kwalificatie – Mededingingsbeperking naar strekking – Motiveringsplicht – Richtsnoeren betreffende ongunstige beïnvloeding van handel tussen lidstaten – Rechtskracht – Verplichting tot afbakening van relevante markt – Omvang – Richtsnoeren voor berekening van geldboeten (2006) – Aandeel van waarde van verkopen – Zwaarte van inbreuk – Verzachtende omstandigheden – Motiveringsplicht – Verordening (EG) nr. 1/2003 – Artikel 25 – Verjaring – Voortgezette inbreuk”

1.                     Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van feiten – Niet-ontvankelijkheid – Toetsing door het Hof van beoordeling van voor het Gerecht aangedragen feiten – Uitgesloten, behoudens geval van onjuiste opvatting (Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea) (cf. punten 41, 106)

2.                     Mededingingsregelingen – Aantasting van mededinging – Beoordelingscriteria – Mededinging beperkend doel – Vaststelling toereikend – Onderscheid tussen inbreuken naar strekking en inbreuken naar gevolg (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punten 43, 55)

3.                     Mededingingsregelingen – Aantasting van mededinging – Beoordelingscriteria – Beoordeling met inachtneming van economische en juridische context (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punt 44)

4.                     Hogere voorziening – Middelen – Ontoereikende motivering – Impliciete motivering door het Gerecht – Toelaatbaarheid – Voorwaarden (Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 36 en 53, eerste alinea) (cf. punten 52‑54)

5.                     Handelingen van de instellingen – Richtsnoeren betreffende het begrip ongunstige beïnvloeding van de handel – Handeling die beoogt externe gevolgen te sorteren – Strekking (Mededeling 2004/C 101/07 van de Commissie) (cf. punten 63‑66)

6.                     Mededingingsregelingen – Afbakening van markt – Voorwerp – Bepaling van mate van ongunstige beïnvloeding van handel tussen lidstaten – Verplichting tot afbakening van betrokken markt – Omvang (Art. 81 EG; mededeling 2004/C 101/07 van de Commissie, punt 55) (cf. punten 67, 68)

7.                     Mededingingsregelingen – Afbakening van markt – Voorwerp – Bepaling van mate van ongunstige beïnvloeding van handel tussen lidstaten – Merkbare invloed (Art. 81 EG; mededeling 2004/C 101/07 van de Commissie) (cf. punten 75‑77)

8.                     Hogere voorziening – Bevoegdheid van het Hof – Weer in geding brengen, op billijkheidsgronden, van oordeel van het Gerecht over bedrag van aan onderneming opgelegde geldboete – Daarvan uitgesloten – Toetsing beperkt tot controle of het Gerecht rekening heeft gehouden met wezenlijke factoren voor beoordeling van zwaarte van inbreuk en met alle tegen opgelegde geldboete aangevoerde argumenten (Art. 81 EG; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23) (cf. punten 85‑87)

9.                     Mededinging – Geldboeten – Bedrag –Vaststelling – Criteria – Zwaarte en duur van inbreuk – Beoordelingscriteria (Art. 81 EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, leden 2 en 3; mededeling 2006/C 210/02 van de Commissie, punten 20 en 27) (cf. punten 88‑90, 93, 105)

10.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang (Art. 253 EG) (cf. punt 130)

11.                     Mededinging – Administratieve procedure – Verjaring van recht van vervolging – Aanvang – Voortdurende of voortgezette inbreuk – Dag waarop inbreuk is beëindigd – Stuiting – Verzoek om inlichtingen – Strekking (Art. 81 EG; verordening nr. 1/2003 van de Raad, art. 23, lid 2, sub a, en 25, lid 1, sub b, en 3, sub a) (cf. punten 135‑137)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 16 juni 2011, Gosselin Group en Stichting Administratiekantoor Portielje/Commissie (T‑208/08 en T‑209/08), houdende in zaak T‑208/08 nietigverklaring van beschikking C(2008) 926 definitief van de Commissie van 11 maart 2008 betreffende een procedure op grond van artikel 81 [EG] en artikel 53 van de EER-Overeenkomst (Zaak COMP/38.543 – Internationale verhuisdiensten) voor zover daarbij wordt vastgesteld dat Gosselin Group NV heeft deelgenomen aan een inbreuk op artikel 81, lid 1, EG gedurende de periode van 30 oktober 1993 tot 14 november 1996, en in zaak T‑209/08 nietigverklaring van beschikking C(2008) 926, zoals gewijzigd bij beschikking C(2009) 5810, voor zover deze betrekking heeft op Stichting Administratiekantoor Portielje

Dictum

1)

De hogere voorziening wordt afgewezen.

2)

Gosselin Group NV wordt verwezen in de kosten.